Ik zie nu dat we toch niet durfden te onthullen hoe we dat nu precies deden, die kwaliteitscontrole. Ik zal dat, 34 jaar later, alsnog doen aan de hand van mijn eigen ervaring.
We hadden een paar pakjes heroïne gekocht en die bracht ik met de auto naar een aan ons bevriende apotheek. Dat was een spannend ritje, want een vergunning om heroïne in ons bezit te hebben of te vervoeren hadden we niet. Het was extra spannend omdat al in het begin van de rit vanuit het centrum een politie-auto achter me ging rijden en dat bleef volhouden tot vlak bij de apotheek, in een buitenwijk. Daar aangekomen overhandigde ik de ingekochte heroïne aan de apotheker. Deze bracht het weer naar een laboratorium van wat nu het UMCG is. Na enige tijd, ik weet niet meer hoe lang, kregen we de uitslag.
Het nut van de controle van de kwaliteit van de heroïne bewees zich korte tijd later heel duidelijk. De handel in heroïne was toentertijd veelal in handen van mensen van Nederlandse en Surinaamse komaf. Begin jaren 80 wilden Turkse handelaren die markt overnemen. Daarvoor gebruikten ze een eenvoudig economische principe: meer waar voor dezelfde prijs. Elk pakje bevatte toen wel 80% zuivere heroïne. Gebruikers die door bijvoorbeeld een korte detentie niet goed op de hoogte waren van deze kwaliteitsverbetering namen nog hun oude hoeveelheid heroïne in (er werd nog veel geïnjecteerd en dan kun je niet goed doseren als het effect anders blijkt te zijn) en kregen daardoor een overdosis. Enkelen hebben dit zelfs met hun leven moeten bekopen.