Meten is weten (en wie wat bewaart, die heeft wat)

En toen kreeg ik een jaarverslag van de Vereniging tot instandhouding van een Consultatiebureau voor Alcoholisme in de provincie Friesland in handen. Het verslagjaar is 1955.

Dat waren andere tijden. Alle vier medewerkers werden bij naam genoemd: een zenuwarts, een directeur, een reclasseringsambtenaar en een zuster voor maatschappelijk werk. Deze medewerkers hadden tezamen een caseload van 261 patiënten. Het valt op dat het gros van de patiënten uit de stad Leeuwarden afkomstig was. Daarnaast waren het vooral de Friese Wouden waar werk aan de winkel was.
Ook tegenwoordig komt absoluut en procentueel gezien een groot aantal van de klanten van de Friese verslavingszorg uit Leeuwarden. Maar de Friese Wouden zijn niet meer oververtegenwoordigd in de statistieken. De verslaggever van 1955 relativeert trouwens de cijfers: ‘Men hechte overigens aan deze cijfers, die in grote trekken overeenstemmen met die van vorige jaren, geen overdreven betekenis, daar in vele gevallen de activiteit van de plaatselijke politie een grote rol speelt’.
Hoewel verslavingszorg nooit gemakkelijk is geweest, waren de problemen in 1955 wel overzichtelijker. Drugs-, gok- en gameverslaving waren onbekend en van de 261 patiënten waren er slechts vier vrouw. Maar sommige zaken zijn hetzelfde gebleven. De meeste alcoholisten waren in 1955 tussen de 40 en 49 jaar, nu is de gemiddelde Friese alcoholist 46.
Hoe het heden ten dage is gesteld met het beroep van de cliënten van de verslavingszorg, hun burgerlijke staat of de kerkelijke stroming waarbij zij aangesloten zijn, valt niet te achterhalen. Dat werd in 1955 allemaal keurig bijgehouden.
Het speerpunt voor de komende jaren ligt wat de verslaglegger betreft bij de jeugd. Bij hen bestaat het gevaar ‘dat een tot dusverre incidenteel drankgebruik op de duur zal omslaan in drankzucht’.
En dan de financiën. Die baarden het bestuur in die tijd ook al zorgen. Dat had onder meer te maken met tegenvallende inkomsten in de categorie ‘contributie en donatie’: slechts 331 gulden kon  de vereniging op de exploitatierekening noteren. Op een bij het jaarverslag gevoegd kaartje kon de lezer zijn gegevens invullen als hij lid/donateur wenste te worden van de vereniging. Van deze actie had men blijkbaar goede verwachtingen, want de begroting voor 1956 ging uit van 700 gulden contributie. Die begroting paste overigens op een half A5-je.
 

Bronnen:
– Jaarverslag 1955 van de Vereniging tot instandhouding van een Consultatiebureau voor Alcoholisme in de provincie Friesland
– Kengetallen VNN gemeenten Provincie Friesland 2013
Share

3 Responses

  1. Anonymous schreef:

    Vind het fantastisch hoe jullie er voor de verslaafden zijn dit is ook heel belangrijk! Maar hebben jullie ook gegevens of verhalen van de naasten die er onder geleden hebben of er nog dagelijks onder gebukt gaan? Ben nu 46 maar ga nog dagelijks door die hel heen!

  2. Petra Jonkman schreef:

    Beste Anoniem,
    Dank voor je compliment. De verhalen over naasten van verslaafden zijn tot nu toe inderdaad een beetje onderbelicht gebleven, maar we staan er zeker voor open! Via dit blog kun je me (Petra) mailen als je een verhaal hebt waarvan je vindt dat het de moeite waard is verteld te worden. Dan kan ik je bijvoorbeeld interviewen en daar een blog van schrijven.

  3. Anonymous schreef:

    Beste Petra,

    Alleen al dat jullie er wel voor openstaan doet mij heel goed!
    Zelf durf ik het niet te vertellen dit heeft met schaamte te maken, sorry

    met vriendelijke groet,

Laat een antwoord achter aan Anonymous Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *