Category: bemoeizorg

(on) Dankbaar werk

Het is in de wereld van de verslavingszorg en de bemoeizorg niet altijd een feestje. En wonderlijkerwijs lijkt het soms alsof alle sores zich op 1 dag tegelijk moet openbaren.

Nemen we deze week, niet eens vrijdag de 13e, maar wel vrijdag na een lange week en na een lange zomer waarin veel collega’s tegelijk op vakantie waren. Mijn bestendigheid tegen de voortdurende kwetsbaarheid, boosheid en machteloosheid van mijn geachte clientèle is wat minder op peil dan normaal.

Na een prima verlopen huisbezoekje en het uitzoeken van een wasmachine met een andere cliënt, nog niets aan de hand. Totdat ik mijn werktelefoon miste. Die bleek ik uit mijn jaszak verloren te hebben en de telefoon was in Hoogkerk op straat gevonden. Toen ik mijn cliënt daar belde en hij de straat op liep, bleek de telefoon daar te zijn maar wilde de dame die hem gevonden had, die niet aan mijn cliënt geven. Bozig zei ik tegen mijn collega; ‘Ja hoor! Ze willen er natuurlijk geld voor hebben!’ en met een te lege tank maar weer naar Hoogkerk afgereisd. Ik ben een wantrouwende vervelende vrouw. Want het bleek dat de mensen die de telefoon gevonden hadden, mijn cliënt ook langer kenden dan vandaag en het veiliger vonden als zij de telefoon even in bewaring hielden…. wat mooi dat ze daar om gedacht hadden… beetje over nadenken @mrsAlgera….

Dat de telefoon er weer was, was ergens geen pré. Want mijn volgende cliënte appte; de televisie die wij van de week nog zo vrolijk via Marktplaats opgehaald hadden voor haar nieuwe huis waar zij dit weekend voor het eerst ging verblijven, deed het niet… eerder had ze al opgemerkt dat het ‘vet kloten is dat ik geen plat beeldscherm heb’ (de tv was gratis). Dus of wij even stante pede naar het pandjeshuis konden want zonder televisie geen leven. Zo gezegd zo gedaan, een aardige flatscreen gescoord voor niet al te veel geld maar zonder afstandsbediening. Dus ook nog langs de Blokker voor een universele, batterijtjes vergeten maar gelukkig dat op tijd bedacht terwijl mijn mevrouw nog even 4 halve liters scoorde in de plaatselijke Appie, je bent het weekend vrij of niet tenslotte… Ik moest nog door dus de afstandbediening doen we volgende week wel want er is toch nog geen tv signaal, Tele 2 is nog maar net besteld. Dat gaf wel even stress. Geen tv? Heel veel van onze cliënten kunnen niet zonder geluid om zich heen en eigenlijk willen ze ook altijd beelden hebben om op de achtergrond aan te laten staan. Zonder dat is het huis te stil en zijn de gedachten te luid. Eerlijk is eerlijk, die tv was balen maar verder stond ze te stralen. Een heel weekend in een eigen bij elkaar geklust huis. Dat laatste hadden we samen gedaan de laatste weken en het is mooi geworden. En haar huis.

Volgend bezoek, deze cliënt was eerder deze week al boos op mij. Hij heeft zijn budgetbeheer opgezegd en heeft nu een eigen leefgeld rekening. Die was helaas binnen 5 dagen leeg en nu zit hij de komende 2 weken zonder geld. Kattenvoer was er nog in voorraad en dat kwam ik brengen. Maar boodschappen doen, wat ik normaal gesproken altijd met hem doe op vrijdag want het geld krijg ik dan terug van de budgetbeheerder, dat zat er niet in vandaag. Shag had ik ook al niet bij me dus alles was verkeerd en fout en mijn schuld. Ik had hem tegen zichzelf moeten beschermen en ik had hem genaaid en wat al niet meer. Volgende week moeten we naar het ziekenhuis voor een onderzoek naar mogelijke dementie bij deze cliënt. Het is vet sneu. Als je steeds stukken van de film kwijt bent is het niet gek dat je steeds denkt dat je bedonderd wordt. Hij stond er onlangs naast toen ik de eerder door hem aan mij overhandigde 200 euro op zijn gloednieuwe rekening stortte maar dat weet hij niet meer. Hij herinnert zich dat hij mij op kantoor, staande in de deur, 200 euro gegeven heeft. In werkelijkheid had hij al zijn geld opgenomen, 550 euro, waarvan ik na lang lullen 250 euro heb kunnen redden en ik moest beloven niet meer dan 50 euro voor de boodschappen bij me te houden. Die boodschappen heeft hij vorige week gehad maar hij was in het idee dat de 200 euro nog ergens in mijn tas zaten. Ik kon wel gaan. Helemaal toen bleek dat ik deze keer niet met de hand over mijn hart streek en toch een tasje boodschappen ging halen. Hij liep me nog apart achterna om te kijken of ik het wel begrepen had. ‘Je loopt nu naar buiten en je komt er nooit weer in! Heb je me gehoord?!’  Ja, ik had het gehoord en ik vond niet niet leuk, het raakte me. Toen ik in de auto stapte zag ik hem demonstratief wegfietsen. Ongetwijfeld op weg naar het winkelcentrum om eten te jatten. Hij had mij al medegedeeld dat er een plek voor de kat gezocht moest worden omdat hij wel vast zou komen te zitten ergens de komende weken.

Dan nog maar even naar mijn laatste afspraak van de dag, een mevrouw waar ik normaal gesproken uitstekend mee overweg kan. Zo niet vandaag. Toen ik aanbelde en naar boven liep, kwam zij al totaal verziekt naar beneden lopen. Ze moest nog naar de methadonpost en ging er blind van uit dat dat met mijn auto kon. En had ik ook shag bij me? Verder liep ze te huilen en te schelden maar ze wilde niet vertellen wat er aan de hand was want dat praten dat hielp toch nooit. En passant deelde ze mede dat ze haar hele huis kort en klein geslagen had, dat ze helemaal klaar was met dat huis en met het leven, dat niemand zich ooit iets van haar aantrok en dat ze dat ook helemaal gehad had en of ze even mocht bellen met mijn telefoon. En of ik ook nog even langs de GGD wilde rijden na de de methadonpost. Toen ik mijn telefoon niet meteen overhandigde was dat ook weer een reden om door te schelden op hulpverleners en de nutteloosheid van dat soort mensen. Bij de GGD haalde ze schone spuiten. Waarmee ze waarschijnlijk de net opgehaalde methadon zou gaan spuiten. Toen haar eigen telefoon ging en de vriend die ze wilde bellen haar zelf al belde, riep ze huilend dat ze al wat leuks voor zichzelf geregeld had en of hij de dealer wilde bellen dat ze bijna thuis was en of hij kon komen. Beltegoed was er niet meer; de 2 mannen die haar normaal gesproken van geld en boodschappen voorzien zijn even niet beschikbaar. En een verslaving van € 20,– per dag is door haarzelf niet op te brengen… dus de hele wereld krijgt de schuld dat zij zich beroerd voelt. Ook bij haar hoefde ik niet meer te komen, dat had geen enkele zin. Ze had immers niets aan mij op momenten dat het nodig was, zoals nu. Ik werd er best sneu van.

Loesje

Bron: Loesje via internet

Thuis gekomen heb ik mijn telefoon ogenblikkelijk uitgezet voor het weekend. Ik had het ook eens helemaal gehad met alles en iedereen namelijk. En ik moet zeggen, dat was wel  een verfrissend gevoel. We zien het volgende week wel weer.

 

Briefjes uit de bemoeizorg (3)

briefjes 3

La Place, V&D, 2013

Een briefje is een understatement. We hebben het hier eigenlijk wel over een Brief. Ik zat met mijn klant koffie te drinken bij V&D. Toen dat nog kon. Hij vroeg mij om een papiertje en een pen en begon ijverig het blaadje wat ik uit een opschrijfboekje gescheurd had vol te schrijven. Vragen was te moeilijk; schrijven lukte blijkbaar wel.

Maar wat staat hier eigenlijk? Mijn klant schrijft dat hij morgen een afspraak met die eigenaar heeft, waarmee hij een deal heeft voor 800 euro en dan trekt hij het in. Zijnde een aangifte wegens ernstige mishandeling. Het. Dat is jammer, want mijn klant was met een honkbalknuppel in elkaar geslagen omdat hij in een louche Gronings biljartlokaal geweest was waar hij blijkbaar niet gewenst was. Of eigenlijk zijn maat die bij hem was niet, als ik het goed onthouden heb. Mijn klant is met een gebroken arm afgetaaid naar een bankje in de binnenstad en heeft daar de hele nacht gezeten. Geen huis. Geen vrienden. Geen telefoon om alarm te slaan. Het regende ook nog. Het was hartstikke treurig. Maar hij trekt het in voor 800 euro. 800 euro is veel geld als je flink aan de coke bent.

Verder. Dinsdag zal hij mij 100 euro geven, waarschijnlijk is de uitkering dan binnen en wil hij mij eerdere voorschotten terug betalen. Hij heeft al 80 euro gehad, hij houdt zijn boekhouding keurig bij. Maar hij wil dan graag nu wel even 7,50 lenen zodat hij niet zwart hoeft te rijden met de trein naar Assen. Dus als ik die 7,50 niet voorschiet en hij krijgt de zoveelste boete voor zwartrijden is dat eigenlijk aan mij te danken als ik dat goed interpreteer. Want ik krijg immers dinsdag mijn geld alweer terug en zelfs meer dan de 87,50 die hij dan bij mij in de min staat.

Als ik hem die 7,50 leen dan is dat de laatste keer dat hij het vraagt, schrijft hij er nog veelbelovend achteraan. En bij voorbaat bedankt.

Ik vermoed dat ik hem het geld geleend heb, maar ik weet het niet meer zeker. Wat ik wel weet is dat ik al mijn uitstaande leningen uiteindelijk van hem terug gekregen heb. Zo is hij dan ook wel weer.

 

 

Uit Vissen (hulpverlenen in alle eenvoud)

(gastblog door Marian de Jong, oud medewerker FACT team verslavingszorg)

Met Klaas had ik afgesproken bij de dagopvang, omdat hij op dat moment dakloos was en de dagopvang  was één van  de vaste plekken om elkaar te ontmoeten. Ik had mijn auto geparkeerd bij de gracht, zo’n 50 meter van de dagopvang af en liep in die richting toen ik een woeste Klaas de deur uit zag stappen en op me af zag komen. Behangen met tassen en als gewoonlijk met pet op, het lange haar er in slierten onderuit, kwam hij vloekend en tierend aangelopen.

‘Wat is er aan de hand?’,  riep ik hem toe, waarop het verhaal begon…

‘Kutstreek! Se kenne me daar nou al jaren en nu wille se me der niet in late omdat ik mijn toegangspas kwijt  ben. Ik heb  ‘m vast ergens, maar je weet, ik ben wel es vaker wat kwijt en met al die tassen is het klote soeken. En dan late se me niet binnen en dan wordt het soeken nog veel klotiger.’

Dus ik zeg tegen Klaas dat we er éven rustig de tijd voor moeten nemen. De spullen éven achter in mijn auto laden en dan stuk voor stuk de tassen éven rustig moeten doorzoeken.

Helaas had Klaas daar in alle hectiek en toestanden geen tijd voor en dus opende hij naast mijn auto alvast de eerste tas en schudde de daaruit vrijgekomen slaapzak helemaal uit. Nu waaide het nogal en zoals gezegd stond mijn auto vlak naast de gracht. Allebei tegelijk zagen we de toegangspas met de wind mee vliegen en met een sierlijk boogje in de gracht landen. Gelukkig bleef het ding drijven. Eerst beduusd en vervolgens weer woest tierend  zocht Klaas naar een hulpstuk om de pas uit het water te redden. Op een onbemand schip vond hij een pikhaak en die kon misschien wel van nut zijn. Plat op zijn buik gelegen tussen mijn auto en de gracht in, zich ondertussen doodschamend over het feit dat hij er zo bij lag, probeerde hij met de pikhaak de pas onder controle te krijgen. Het lukte hem jammer genoeg net niet lang genoeg het geduld te bewaren.

Van lieverlee ben ik ook maar plat op mijn buik gaan liggen en heb ik de pikhaak van Klaas overgenomen. Mijn geduld bleek iets bestendiger. Met beleid en onder luide toejuiching en adviezen van Klaas (‘Je hebt hem bijna! Nu nog éééven rustig aan doen…. kijk uit!! Oeiiiiiiii op het nippertje! Goed gedaan man!!’) lukte het uiteindelijk de pas weer op vaste wal te krijgen. Dat was een opluchting! En het scheelde bovendien 5 harde euro’s om weer een nieuwe pas aan te moeten vragen. Gezamenlijk zijn we, trots op onszelf en de verrichtPikhaake inspanning, de dagopvang ingegaan om het aldaar geplande gesprek te voeren. Toen we klaar waren vervolgden we ieder onze eigen weg.

Bij het afscheid voegde Klaas me tussen neus en lippen toe: ‘En nog bedankt voor ‘t vissen hè!’

 

 

Meet you here and on the other side

2015-12-30 17.10.08Ik heb een cliënt die ernstig ziek is. Hij is erfelijk belast en zijn hele leven wordt hij al bepaald door zijn strijd tegen deze ziekte. Het heeft hem alles gekost. Zijn geliefden, zijn werk, zijn geluk.

Als het weer zover is koopt hij, vrijwel vanuit het niets, 4 tot 6 flessen Beerenburg, de laatste tijd ook vaak Schippersbitter. Daarnaast 6 tot 8 flessen biologische witte wijn, en voor de dorst nog wat blikjes bier. Niet de goedkoopste soort trouwens. Hij gaat op zijn witte leren bank liggen, zet een emmer naast zich, zijn grote kristallen asbak op tafel met 4 pakjes shag en nog wat pakjes sigaretten voor als het draaien niet meer gaat, en hij begint te drinken. Er zit als hij meteen aan de Beerenburg begint eigenlijk geen enkele rem op. Drinken zal hij, tot alles op is. Eten lukt hem niet meer. Zijn drinken is levensbedreigend. Binnen een dag of 3 ligt hij in zijn ondergoed op de bank en is de emmer tot de rand toe gevuld met braaksel, urine, restjes drank en peuken. De peuken gooit hij in de emmer omdat hij dan zeker weet dat hij het huis niet in brand zet. Voor wat hij nog aankan op zo’n moment een verantwoordelijke actie.

De rest van het huis ziet er als altijd spic en span uit. Mijn cliënt is in nuchtere staat heel wat schoner in huis dan ik. Hij wast zijn vitrages elke maand en er staat dan nooit een vies kopje op het aanrecht. In nuchtere staat vecht hij zich rot om iedere keer weer terug te komen tot een redelijke kwaliteit van leven. Maar het lukt niet blijvend. De flarden die hij af en toe te pakken krijgt worden weer teniet gedaan door de verliezen die hij heeft geleden in zijn leven. Zijn geliefden, zijn werk, zijn geluk. En zijn zelfrespect maar daar hebben we het nooit over. Dat is te dichtbij.

Als hij drinkt, trekt hij zich terug op zijn drankbank tot hij niet meer kan. Het komt er natuurlijk toe dat hij niet meer zelfstandig op zijn benen kan staan en dus ook niet meer naar het toilet kan. Hij voelt ook niet meer dat hij naar het toilet moet trouwens. Mijn collega’s en ik treffen hem wachtend op een plek op de crisisafdeling van een verslavingskliniek, wat meestal ongeveer een week duurt, dan aan in zijn eigen urine en diarree. Hij schaamt zich dood. We zetten hem ondanks zijn gegeneerd zijn toch maar wel onder de douche en trekken hem schone kleding aan. Hij heeft ons een sleutel gegeven zodat we in elk geval bij hem binnen kunnen komen en hij niet dagen dood op zijn bank hoeft te liggen. Want die kans is levensgroot aanwezig als je alleen maar drinkt en niets meer eet en daarbij ook nog overgeeft. Hij is blij met de veiligheid van onze dagelijkse bezoeken. Als we hem laten blazen, kan het zo zijn dat hij een promillage van meer dan 3.5 heeft. Zulke promillages krijg je als je een krat bier achter elkaar naar binnen werkt. Je bent met dit promillage ongevoelig voor pijnprikkels en pijn in het algemeen, je bent totaal verdoofd. Dat is ook de bedoeling van mijn cliënt.

Het eindigt er meestal mee dat we 112 moeten bellen en dat hij naar het ziekenhuis gebracht wordt. Hij wordt dan weer opgekalefaterd en vindt dan al snel dat hij best weer naar huis kan. Om door te gaan naar de volgende ronde. Hij heeft de laatste maanden een omlooptijd van ongeveer 6 tot 9 weken.

Met de huisarts heb ik oeverloze discussies over een palliatief traject. De huisarts vindt eigenlijk dat we mijn cliënt maar dood moeten laten gaan. Hij doet het toch zelf, hij wil het toch zelf met dat gezuip? Ik zeg tegen de huisarts dat als hij met een palliatief traject bedoeld dat ik de Beerenburg moet komen brengen zodat mijn cliënt zich dood kan drinken, we zo’n traject niet hebben en ook niet willen.

Als hij in het ziekenhuis ligt, ga ik eigenlijk altijd de day after terug naar zijn huis. Ik ruim de ergste ellende op. De flessen naar de glasbak, de bevuilde kleding in de wasmachine, aan het eind van de dag rijd ik nog eens langs en hang ik het op de waslijn. De emmer naar buiten, want het is moeilijk om dat weg te gooien zonder daar heel erg misselijk van te worden. De vieze kussens en dekbedden ook in de wasmachine, de vloer en het toilet een beetje schoon. De vissen schoon water, een vriend bellen dat hij die vissen even op komt halen omdat ik niet dagelijks langs wil komen om ze te voeren.

Zodat de confrontatie iets minder heftig is als hij weer thuis komt. Veel mensen vinden dat best een rare actie van mij en noemen het zelfs onprofessioneel, dat opruimen en zorgen. Want die man die doet dat toch zelf, die rotzooi maken en dat drinken. Onveranderlijk stel ik een vraag terug.

Zou je dit ook tegen mij zeggen als het ging om een patiënt met kanker die door de chemo zo misselijk en beroerd is dat deze troep er het gevolg van was?

Als alcoholisme een chronische, genetisch bepaalde en erfelijk belaste ziekte is, zie ik het verschil namelijk niet zo.

Naschrift: mijn cliënt is kort na nieuwjaarsdag, toen ik hem nog medicatie bracht om de ontwenning op te vangen na zijn zevende heftige terugval in 18 maanden, overleden aan de gevolgen van zijn alcoholmisbruik. Het was 4 januari 2016. Wegens code rood (ijzel) is hij pas op 8 januari in zin huis gevonden. Ik had er verdriet over. En anno 2019 denk ik nog steeds regelmatig aan hem. Ik heb veel van hem geleerd, voornamelijk over de dodelijke macht van een verslaving. Dankjewel @offerklos

Dit lied is op zijn crematie gedraaid. 

Briefjes uit de bemoeizorg (2)

briefjes 2

bron: voordeur in Selwerd

U moet maar van mij aannemen, dat al mijn blogs op de een of andere manier iets met verslaving te maken hebben, ook al haal je het er niet meteen uit. Aan de briefjes die ik regelmatig op deuren en ramen aantref, kun je het niet aflezen.

Dit briefje is best een bijzonder exemplaar. Degene die het schreef, liet weten dat hij er zo aankwam maar nu even iets verder op liep. Hoewel dat niet kan als je een briefje op je deur hangt dat je in de toekomst ieder moment kan arriveren. Ik moest er echt even over nadenken.

Een soort back to the future. Maar toch! Een vooruitziende blik en laten weten dat je er even niet bent, dat maak ik meestal anders mee en dan heet het een no show.

Ik vind dit een topbriefje.