Category: Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD)

Uitgebeld!

‘Goedemorgen, Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs, met Greetje!’
‘Goedemiddag, Ambulante Verslavingszorg Groningen, momentje alstublieft!’
‘Verslavingszorg Noord Nederland, locatie A-weg/Canadalaan/Laan Corpus den Hoorn!’

Greetje, de receptioniste en telefoniste van de verslavingszorg. Sinds jaar en dag, of preciezer, sinds 30 jaar. Maar ze is uitgebeld! Ze gaat met pensioen.

Toen Greetje begon bij het CAD was ze bepaald geen doorsnee CAD type. Het was 1992 en de verslavingszorg was nog behoorlijk hoogdrempelig en soms zelfs elitair te noemen. 2 keer je methadon niet komen halen was einde programma en de straatjunks zaten niet bij het CAD maar bij Sigma, de andere verslavingszorg. In de gangen werd zacht met elkaar gesproken en lawaai in het pand was uit den boze want er werden ook therapieën gegeven.
Pand 50 en de Beukemakliniek zaten op de Kraneweg 50 en 48, wij zaten met het CAD op 52.

Greetje begon als banenpooler, herintreder, of hoe het toen ook maar heette. Tegenwoordig noemen we het een participatie baan. Ze droeg uitsluitend zwarte kleding en rookte als een ketter. Maar eigenlijk deden we dat laatste allemaal in die tijd en in de verslavingszorg. Het werk ging haar makkelijk af en al snel was ze niet meer weg te denken bij de receptie.
Doorverbinden kon de telefoon nog niet, naar de andere locaties van het CAD, aan het HW Mesdagplein en de Jozef Israelstraat, en Winschoten en Delfzijl. Het beste wat ze kon doen was het juiste nummer geven maar de klant moest zelf opnieuw bellen.

In 1992 verhuisde het CAD naar de Aweg en en in 1994 kwam er een nieuwe naam; de Ambulante Verslavingszorg Groningen (AVG) want we fuseerden met Sigma en de methadonpost. Er kwam een echte telefooncentrale waarmee doorverbinden een groot deel van het werk werd. Ons telefoonnummer was 050-182355, daar kwam later een 3 voor te staan omdat Nederland omgenummerd werd. Omgenummerd! Ha! Ja, het was 1995.

Greetje had en heeft een talent voor het omgaan met iedereen. Vriendelijk, altijd een lach en een persoonlijke touch voor iedere client of collega.  En ze was enorm snel. Ik heb vaak zitten kijken hoe ze tijdens het spitsuur, om 9 uur ‘s ochtends bijvoorbeeld, 4 bellers achter elkaar in de wacht zette en ze vervolgens allemaal persoonlijk te woord stond en correct doorverbond met de juiste persoon. Alle bellers werden zorgvuldig bijgehouden in een grote kantooragenda. Dat was nog wel eens handig als een client zei dat hij echt wel afgebeld had… stond hij niet in het boek dan had hij dus niet gebeld…
Greetje zat bij de voordeur van het pand en zag iedereen komen en gaan. Veel van de collega’s kwamen ook bij haar zitten als ze even niets te doen hadden. Er werd veel gelachen maar ook als er iets vervelends was had Greetje een luisterend oor. Wel kon het zo zijn dat iemand langs kwam, bijvoorbeeld voor een sollicitatie, en Greetje keek dan altijd meteen even wat voor vlees ze in de kuip had. Stond de kop of de houding van de sollicitant haar niet aan dan hoopte ze altijd maar dat deze kandidaat het niet zou worden.

In 2004 werd er weer gefuseerd en ging de AVG op in de Verslavingszorg Noord Nederland. Het reclasseringsteam met als teamhoofd Rens Zijlstra ging verkassen naar de Canadalaan en Greetje ging mee. In 2020 is er nog een verhuizing geweest, naar de Laan Corpus den Hoorn. Dit was Greetjes laatste werkplek voor haar pensioen. Ze had al een beetje prepensioen en werkte de laatste tijd nog 2 dagen in de week. Konden wij ook alvast een beetje wennen.

Tja 30 jaar Greetje! Zeer zelden kon ze betrapt worden op een slecht humeur. De lastigste cliënten vonden haar ok. Kon je nog zo’n ruzie hebben met je hulpverlener maar van Greetje bleef je af. En natuurlijk werd er wel eens boos een telefoon op de haak gegooid, maar meestal kwam er dan ook een excuusje achter weg later. Een client die altijd op de A-weg kwam, maar niets te zoeken had bij de reclassering op de Canadalaan. En daar toch heen sjouwde omdat hij even bij Greet wilde kijken.  Greetje die achter de telefoon zat met een oranje voetbalsjaal als onze jongens speelden. Het is tekenend voor de jaren 90 dat dat gewoon kon op het werk. De cliënten vonden het leuk en het management deed er niet moeilijk over.

En de collega’s natuurlijk. Een lach en soms een traan, maar altijd de moed erin houden. In de jaren 90 gingen we vaak met het werk naar de Drie Uiltjes op vrijdag. We vonden altijd wel een reden. Met de reclassering. Met de vrouwen uit het pand. Met iedereen. Greetje pokerde ook fanatiek met een aantal collega’s. De jaarlijkse barbecue in de zomer, bij Peter van der Wal of bij Rens Zijlstra. En Greetje was de huisfotograaf van de verslavingszorg, waardoor de laatste 30 jaar uitzonderlijk goed zijn vastgelegd; collega’s die anders allang vergeten zouden zijn doken weer op toen we een reünie organiseerden en daarvoor het archief van Greetje indoken. Zoveel collega’s gekomen en gegaan, en helaas zijn er toch ook best veel overleden. Haar collega’s van het eerste uur, Heidi en Jan, zijn er niet meer. Het gemis van Rens, Bert, Ali en recent het overlijden van Wilma dreunde, en dreunt, nog lang na. Maar het is niet anders.

Greetje is vanaf nu niet meer de spin in het reclasseringsweb en een bekend gezicht en visitekaartje voor de verslavingszorg. Ze gaat gemist worden, door cliënten en collega’s.

Greetje dank je wel voor al die jaren vol vrolijkheid, het luisterende oor en de collegialiteit en vriendschap!

Winschoter consultatiebureau voor drankzuchtigen

De tijden van oorlog, van mobilisatie en van groote misdadigheid zijn weliswaar voorbij; de samenleving – zou men willen zeggen – is tot rust gekomen. Toch is het er verre van af, dat de vooroorlogsche tijden, waarin jaar op jaar zoowel het drankgebruik als de misdadigheid dalende cijfers gaven, zijn teruggekeerd. Noch altijd immers verkeert de maatschappij in een toestand van crisis, die een noodlottigen invloed op de bevolking uitoefent. En nog altijd zijn er factoren in overvloed aanwezig, ook in het gebied van ons Bureau, die in eenig opzicht tot drankmisbruik en tot misdadigheid leiden. Enkele factoren, de groote geldruimte, de uitvoerverboden, de militaire uitzonderingstoestanden en ook de vluchtelingenstroom zijn weliswaar zo goed als uitgeschakeld, maar de algemeene demoralisering, de wankelmoedigheid, de onverschilligheid voor ideële zaken, alsook de materieele nooden teweeggebracht door werkeloosheid, financiëele debacles e.d. zijn van zoo ernstigen aard, dat het wel zeer te onpas zou zijn, als men nu de Reclassering niet gaf, datgene wat haar rechtens toekomt : de volledige geldelijke en zedelijke steun van overheid en politiek.

Kom hier eens om in een jaarverslag van een huidige organisatie voor verslavingszorg of reclassering. Dergelijke analyses tref je daar niet meer in aan. De secretaris van het Winschoter Consultatiebureau voor Drankzuchtigen tevens Reclasseringsbureau scheef dit in zijn jaarverslag over 1921.

Op mijn speurtocht in de archieven van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam en bij het Groningse archief trof ik twee jaarverslagen aan over een bureau in Winschoten dat je, net als veel toenmalige bureau’s elders, kunt beschouwen als een voorloper van wat later bekend werd als CAD (Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs). Ik heb nooit geweten dat er zo’n organisatie in Winschoten is geweest. Ook Jaap van der Stel vermeldt het niet in zijn boek over de geschiedenis van de Nederlandse alcoholzorg. In het tweede jaarverslag gaat het over de jaren 1921 en 1922 en in het derde jaarverslag over de jaren 1922 tot 1924. Meer jaarverslagen heb ik niet kunnen vinden. Om de geschiedenis van dit Winschoter bureau goed in kaart te brengen zou ik natuurlijk graag over meer informatie beschikken.

Het Bureau in Winschoten is in 1917 begonnen blijkt uit een in het derde jaarverslag opgenomen statistiek. In 1917 waren er 24 behandelde gevallen en in 1924 tot juni 39. Ze komen van Termunten tot Vlagtwedde en van Hoogezand tot Nieuweschans. Opvallend is dat er geen mensen komen uit Stadskanaal, Musselkanaal en Ter Apel; deze plaatsen behoorden kennelijk niet tot het toenmalige arrondissement Winschoten.

In 1922 werden 102 gevallen in behandeling genomen. Daarvan kwamen 18 uit eigen beweging, 1 werd gezonden door kennissen en 19 door de familie. Het verslag bevat een lange lijst met vertegenwoordigers per gemeente in het arrondissement. Deze verwezen in 1922 13 gevallen. De directeur van het Huis van Bewaring te Winschoten maar liefst 23.

Van de 102 gevallen waren er 71 reclasseringsgevallen en 31 drankzuchtigen. Voor 60 van de 71 reclasseringsgevallen dreigde een vonnis wegens een misdrijf, in meerderheid wegens diefstal of mishandeling.

Met de 102 gevallen werden de volgende resultaten bereikt. Daar werd netjes bij vermeld op dit oogenblik.

Gelukt
30
29%
Voorlopig gelukt
18
18%
Thans nog ingesloten, onbekend of niet verder behandeld
32
31%
Mislukt
22
22%


Voorwaar geen slecht resultaat. Cijfers zeggen wel wat, maar voorbeelden spreken meer.

De enige effectieve maatregel is geheelonthouding. Daarvoor is ondersteuning van andere geheelonthouders nodig en moet men ook zelf gaan bijdragen aan de onthouding van anderen. Weken, maanden, soms jaren hebben ze de drank met afkeer verwenscht, vervloekt, omdat ze overtuigd waren dat het de drank was waarvoor ze al dien tijd moesten doorbrengen in een cel, doch ook bij de beste voornemens is terugslag voorgekomen. Het is onmogelijk voor die ongelukkigen dat zij matig kunnen drinken. Voor hen is noodzakelijk geheelonthouder te zijn en zo veel mogelijk in geheelonthouderskringen te worden opgenomen en in de voorste geleden te worden geplaatst, om een werkzaam aandeel te nemen in de drankstrijd.

Dat besef dat de inzet voor onthouding na de behandeling onverminderd door moet gaan en dat de alcoholist daarbij de steun van lotgenoten hard nodig heeft lijkt in de loop der tijden verloren te zijn gegaan. De moderne hulpverleners brengen hun cliënten maar hoogst zelden in contact met zelfhulpgroepen. En deze zijn er in Nederland dan ook veel minder aanwezig dan in de meeste andere landen.

Het aantal veroordelingen voor openbare dronkenschap neemt gedurende WO I af, zowel in het arrondissement Winschoten als in de rest van Nederland. In 1919 is er weer een toename, maar blijven de aantallen wel lager dan voor de oorlog. In 1920 is er een explosieve toename van bijna 100% ten opzichte van het voorgaande jaar. In al deze jaren zijn de cijfers voor het arrondissement Winschoten hoger dan voor Nederland. Het grootste verschil is er in 1920: in Nederland 4,80 veroordelingen per 1.000 inwoners en in het arrondissement Winschoten 6,12.

Tot slot beslist niet onbelangrijk. Voorkom dat kinderen al vroeg het pad op gaan van alcoholisme. Ook hier hield het Winschoter bureau zich mee bezig. In één van de jaarverslagen trof ik deze opvoedkundige flyer aan.