Category: 90-er jaren

Uitgebeld!

‘Goedemorgen, Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs, met Greetje!’
‘Goedemiddag, Ambulante Verslavingszorg Groningen, momentje alstublieft!’
‘Verslavingszorg Noord Nederland, locatie A-weg/Canadalaan/Laan Corpus den Hoorn!’

Greetje, de receptioniste en telefoniste van de verslavingszorg. Sinds jaar en dag, of preciezer, sinds 30 jaar. Maar ze is uitgebeld! Ze gaat met pensioen.

Toen Greetje begon bij het CAD was ze bepaald geen doorsnee CAD type. Het was 1992 en de verslavingszorg was nog behoorlijk hoogdrempelig en soms zelfs elitair te noemen. 2 keer je methadon niet komen halen was einde programma en de straatjunks zaten niet bij het CAD maar bij Sigma, de andere verslavingszorg. In de gangen werd zacht met elkaar gesproken en lawaai in het pand was uit den boze want er werden ook therapieën gegeven.
Pand 50 en de Beukemakliniek zaten op de Kraneweg 50 en 48, wij zaten met het CAD op 52.

Greetje begon als banenpooler, herintreder, of hoe het toen ook maar heette. Tegenwoordig noemen we het een participatie baan. Ze droeg uitsluitend zwarte kleding en rookte als een ketter. Maar eigenlijk deden we dat laatste allemaal in die tijd en in de verslavingszorg. Het werk ging haar makkelijk af en al snel was ze niet meer weg te denken bij de receptie.
Doorverbinden kon de telefoon nog niet, naar de andere locaties van het CAD, aan het HW Mesdagplein en de Jozef Israelstraat, en Winschoten en Delfzijl. Het beste wat ze kon doen was het juiste nummer geven maar de klant moest zelf opnieuw bellen.

In 1992 verhuisde het CAD naar de Aweg en en in 1994 kwam er een nieuwe naam; de Ambulante Verslavingszorg Groningen (AVG) want we fuseerden met Sigma en de methadonpost. Er kwam een echte telefooncentrale waarmee doorverbinden een groot deel van het werk werd. Ons telefoonnummer was 050-182355, daar kwam later een 3 voor te staan omdat Nederland omgenummerd werd. Omgenummerd! Ha! Ja, het was 1995.

Greetje had en heeft een talent voor het omgaan met iedereen. Vriendelijk, altijd een lach en een persoonlijke touch voor iedere client of collega.  En ze was enorm snel. Ik heb vaak zitten kijken hoe ze tijdens het spitsuur, om 9 uur ‘s ochtends bijvoorbeeld, 4 bellers achter elkaar in de wacht zette en ze vervolgens allemaal persoonlijk te woord stond en correct doorverbond met de juiste persoon. Alle bellers werden zorgvuldig bijgehouden in een grote kantooragenda. Dat was nog wel eens handig als een client zei dat hij echt wel afgebeld had… stond hij niet in het boek dan had hij dus niet gebeld…
Greetje zat bij de voordeur van het pand en zag iedereen komen en gaan. Veel van de collega’s kwamen ook bij haar zitten als ze even niets te doen hadden. Er werd veel gelachen maar ook als er iets vervelends was had Greetje een luisterend oor. Wel kon het zo zijn dat iemand langs kwam, bijvoorbeeld voor een sollicitatie, en Greetje keek dan altijd meteen even wat voor vlees ze in de kuip had. Stond de kop of de houding van de sollicitant haar niet aan dan hoopte ze altijd maar dat deze kandidaat het niet zou worden.

In 2004 werd er weer gefuseerd en ging de AVG op in de Verslavingszorg Noord Nederland. Het reclasseringsteam met als teamhoofd Rens Zijlstra ging verkassen naar de Canadalaan en Greetje ging mee. In 2020 is er nog een verhuizing geweest, naar de Laan Corpus den Hoorn. Dit was Greetjes laatste werkplek voor haar pensioen. Ze had al een beetje prepensioen en werkte de laatste tijd nog 2 dagen in de week. Konden wij ook alvast een beetje wennen.

Tja 30 jaar Greetje! Zeer zelden kon ze betrapt worden op een slecht humeur. De lastigste cliënten vonden haar ok. Kon je nog zo’n ruzie hebben met je hulpverlener maar van Greetje bleef je af. En natuurlijk werd er wel eens boos een telefoon op de haak gegooid, maar meestal kwam er dan ook een excuusje achter weg later. Een client die altijd op de A-weg kwam, maar niets te zoeken had bij de reclassering op de Canadalaan. En daar toch heen sjouwde omdat hij even bij Greet wilde kijken.  Greetje die achter de telefoon zat met een oranje voetbalsjaal als onze jongens speelden. Het is tekenend voor de jaren 90 dat dat gewoon kon op het werk. De cliënten vonden het leuk en het management deed er niet moeilijk over.

En de collega’s natuurlijk. Een lach en soms een traan, maar altijd de moed erin houden. In de jaren 90 gingen we vaak met het werk naar de Drie Uiltjes op vrijdag. We vonden altijd wel een reden. Met de reclassering. Met de vrouwen uit het pand. Met iedereen. Greetje pokerde ook fanatiek met een aantal collega’s. De jaarlijkse barbecue in de zomer, bij Peter van der Wal of bij Rens Zijlstra. En Greetje was de huisfotograaf van de verslavingszorg, waardoor de laatste 30 jaar uitzonderlijk goed zijn vastgelegd; collega’s die anders allang vergeten zouden zijn doken weer op toen we een reünie organiseerden en daarvoor het archief van Greetje indoken. Zoveel collega’s gekomen en gegaan, en helaas zijn er toch ook best veel overleden. Haar collega’s van het eerste uur, Heidi en Jan, zijn er niet meer. Het gemis van Rens, Bert, Ali en recent het overlijden van Wilma dreunde, en dreunt, nog lang na. Maar het is niet anders.

Greetje is vanaf nu niet meer de spin in het reclasseringsweb en een bekend gezicht en visitekaartje voor de verslavingszorg. Ze gaat gemist worden, door cliënten en collega’s.

Greetje dank je wel voor al die jaren vol vrolijkheid, het luisterende oor en de collegialiteit en vriendschap!

Salut Ria!

Vandaag gaat één van de collega’s die ik in mijn carrière het langste ken, met pensioen. Dat is best apart. Ria Struijk leerde ik zelfs al voordat ik aan het werk ging in Groningen kennen, omdat ik solliciteerde bij de reclassering aan de Werfstraat, het zal in 1988 geweest zijn. De Werfstraat was, naast een kantoor van de reclassering, ook een laagdrempelige inloop voor reclasseringsklanten, best modern in die dagen. Ik moest even wachten en kreeg een mok koffie van Ria. Ik werd niet aangenomen bij de reclassering maar later wel als maatschappelijk werkster voor het CAD in Groningen, ik ging in het Huis van Bewaring werken. Zo kwam ik Ria ook weer tegen. Ria bleek zelf min of meer geronseld te zijn voor de reclassering. Ze werkte eerder voor het Straathoekwerk in Groningen en stond daar af en toe op de barricades. Toen ze ontslag nam om te kunnen gaan reizen, werd ze tijdens haar reis (dit was het tijdperk zonder email en mobiele telefoons dus best knap dat het verzoek bij haar terecht kwam!) verzocht te solliciteren bij de reclassering en dat heeft ze gedaan. Nu, ik denk zo’n 35 jaar later, neemt ze afscheid.

Door de jaren heen kwamen we elkaar steeds weer tegen en werkten we regelmatig samen. Met dat samenwerken begonnen we als vrijwilligers bij de Gelaarsde Kat. Toen ik in 1991 in Groningen kwam wonen sloot ik me bij deze stichting aan, die opkwam voor de belangen van straatprostituees. Tippelaarsters heetten ze toen. Ria was voorzitter van de stichting, Iemkje Israels was secretaris. Het woord voeren liet Ria zo te zien aan de Krant van Toen liever aan anderen over, hoewel er ook vaak geciteerd werd namens de Gelaarsde Kat en niet namens personen, wat wel de tijdsgeest was in die jaren. Bij de Kat hielden we nauwlettend in de gaten hoe de politiek omging met de plannen voor het instellen van een tippelzone en schreven we boze open brieven aan de gemeente.

25 juli 1992: ‘Met verbijstering en woede heeft de Gelaarsde Kat de afgelopen weken het politiek laveren van de gemeente Groningen – met in een trieste hoofdrol de Partij van de Arbeid – gadegeslagen. Met verbijstering, de gemeentepolitiek heeft zich nog ongeloofwaardiger gemaakt dan ze al was. Na één informatie avond over een mogelijke gedoogzone haalt zij compleet bakzeil zonder zich verder aan de door haarzelf vastgestelde procedure te houden. Met woede: in de toelichtingen en commentaren op het intrekken van alle gedoogzone voorstellen door B&W ontbreekt bijna elke verwijzing naar de gevolgen hiervan voor de tippelaarsters’. 

De Gelaarsde Kat was best pittig aanwezig in die jaren. Er werden affiches langs de singels waar getippeld geplakt, er was een tv uitzending bij VPRO’s Open Deur TV waar de Gelaarsde Kat in optrad, en men bleef strijden voor een tippelzone met faciliteiten voor de vrouwen. Uiteindelijk lukte dat, in 1998. De Kat heeft goed werk gedaan. Ik vond nog notulen terug waarin Ria en ik in 1998 de boel maar eens op wilden heffen. Dat leek in eerste instantie te lukken… maar een maand later bleken de andere 2 bestuursleden toch besloten te hebben dat de Gelaarsde Kat niet dood moest … hoe het afgelopen is weten we niet. Nooit meer iets van gehoord in elk geval.

Intussen zaten Ria en ik zo rond 1996 in het Project Stelselmatige Dader Aanpak (SDA). Iedere vrijdagochtend vergaderden we over onze klantjes. We werkten intensief samen met politie en justitie en wisselden informatie met elkaar uit, wat natuurlijk daarvoor not done was, als reclassering had je geheimhoudingsplicht en dat verviel nu ineens, daar had Ria moeite mee, zei ze zelfs in de krant. Ik kan me van deze periode herinneren dat Ria en ik met doodserieuze koppen de aflevering Vrije Verstrekking uit 30 Minuten van Arjan Ederveen aan de politie lieten zien tijdens een vergadering ‘ter informatie’, want we werkten vooral met verslaafde klanten. Niemand van de beroepsspeurders had op enig moment door dat het gespeeld was… dat was een beetje pijnlijk aan het eind van de aflevering…

Er staat mij ook nog een anekdote bij dat er ingebroken werd in het huis van Ria en haar familie terwijl zij daar lagen te slapen. De inbreker stond al naast het bed. Hij schrok zich dood toen bleek dat Ria hem kende… en dat dan vertellen zonder zichtbare paniek… ik heb er vreselijk om gelachen maar stel je het even voor.

Het voert te ver om alle herinneringen die er zijn na bijna 30 jaar in elkaars werkomgeving te zijn geweest hier op te halen, dat is ook niet nodig. De links in deze blog spreken voor zich en de rest is history zullen we maar zeggen. De tijden zijn natuurlijk enorm veranderd, zeker ook binnen de reclassering. De registratiedruk, de productie, het tot in detail moeten verantwoorden naar de maatschappij, het is er allemaal niet leuker op geworden wat dat betreft. En brutale briefjes naar de politiek schrijven is ook allang niet meer in zwang. Ria heeft het allemaal overleefd en met een goed humeur.

Ria, Salut! Ik vond het fijn dat je altijd nuchter reageerde op moeilijke vragen en cases, maar ook altijd betrokken, nieuwsgierig en ondersteunend was. Ik heb je nooit kunnen betrappen op gezeur, gemopper of negatief gedoe. Geweldig! In de 90-er jaren was het begrip out of the box denken nog lang niet uitgevonden maar jij deed dat wel. Je deed wat nodig was en zo hoort dat ook. Je was soms streng maar altijd rechtvaardig en als de regels een beetje bijgebogen konden worden, dan vond je dat dat ook gewoon moest. Je volgde je klanten met al hun gekkigheid, verslaving en criminaliteit, kon enorm nieuwsgierig zijn naar waarom iemand kwam tot een bepaalde daad. Maar oordelen deed je niet. Ik heb daar vaak een voorbeeld aan kunnen nemen.

Ria ik neem mijn petje voor jou af. Altijd prettig in de samenwerking, een fantastische en gezellige collega met veel inhoud, nooit veroordelend of verongelijkt omdat het liep zoals het liep. We gaan je missen in ons netwerk.

Het ga je goed! Salut!

 

Aan de Grond in Groningen

In mijn carrière ben ik in vroegere jaren met regelmaat op tv geweest. Ok, de regionale televisie, maar toch. Ik werd dan bijvoorbeeld geïnterviewd over de gebruiksruimte of de tippelzone. Die fragmenten van het nieuws nam ik vaak op zodat ik ze later nog eens terug kon kijken. Op een videoband. Die heb ik later over laten zetten naar een dvd. Verder nam ik van alles op wat voor mij interessant was vanwege mijn werk, toen nog in de verslavingszorg. Onlangs keek ik de dvd na jaren weer eens door. En stuitte ik op de documentaire ‘Aan de Grond in Groningen’ (1999) van Wil Dwarswaard in opdracht van (toen nog) Stichting Huis.

In de negentiger jaren was het leven toch even anders dan in 2018, zo’n 20 jaar later. In Stad was veel drugsgerelateerde overlast, in eerste instantie vooral op het Guyotplein waar de rechtbank zoals die er nu staat in 1998 geopend werd.  De overlast was zo groot dat er op een bepaald moment een caravan geplaatst werd die als tijdelijke politiepost moest dienen. Pas nadat het plein ongeveer volledig kaal gesnoeid was verplaatste de overlast zich. Naar het Noorderplantsoen en dat is in deze film goed te zien. De gebruiksruimte zou, vanwege deze overlast, in 2000 opgezet en geopend worden.

Wat meer: straatkrant De Riepe bestond nog maar net, vanaf 1997, en werd gezien als een waardevol initiatief om daklozen een kans op een beter leven te geven. Een beetje geld verdienen en weer onder de mensen zijn, gezien worden. In 2017 is het 20 jarig jubileum van de Riepe groot gevierd.

Geen mobiele telefoons in beeld, want die waren er wel maar niet voor de grote massa. Smartphones bestonden nog niet, dat was pas vanaf 2007… Nergens computers want ook die gebruikten we toen nog maar mondjesmaat. Meestal om te mailen en als tekstverwerker. Internet was bij lange na niet zo belangrijk als nu, we waren er eigenlijk niet zo afhankelijk van. Lijstjes en papieren aantekeningen volstonden meestal wel. En protocollen? Daar hadden we in die tijd nog nauwelijks van gehoord. We spraken met elkaar over wat de beste manier was. Ook als iemand boos of emotioneel was. Contact houden was onze manier en eigenlijk was dat veel fijner dan alle voorschriften over hoe wij nu met elkaar om moeten gaan. Just saying.

‘Aan de Grond in Groningen’ (25 minuten) geeft een goed beeld van een tijd in Stad Groningen die voorgoed voorbij is. Het is een tijdsbeeld wat niet mag ontbreken op Noorderzucht, waar het juist ook gaat om oude verhalen uit de (verslavings)zorg aan de geschiedenis te onttrekken en opnieuw te vertellen.

Voor de liefhebber is hier de link! Met veel dank aan RTV Noord die de film voor mij uit het archief gehaald heeft en op Youtube zette; en de maakster van de film om toestemming gevraagd heeft om dat te mogen doen. Echt top!

Buitenbeentjes

Bron: Google http://evaontwerp.nl/portfolio/buitenbeentje/

Onlangs hadden mijn collega’s en ik het over hoe de wereld tegenwoordig in elkaar zit. De maakbare wereld. De wereld waarin je alles wat je status als gelukkig, cool, fit of druk druk druk persoon kan bevestigen op Facebook, Twitter of Instagram zet. En vooral ook over hoe gezond je eet, als foodie. De wereld waarin je op je eigen netwerk terug moet vallen, of tenminste op je eigen kracht. Dat is modern en hip. De wereld waarin je niets meer begint zonder een smartphone, een mailadres en toegang tot het internet. Steeds vaker zijn zaken alleen nog maar digitaal te regelen, ik zag onlangs nog dat bijzondere bijstand bij de gemeente Groningen alleen nog valt aan te vragen via een digitaal formulier met bijlagen die je moet uploaden. Om het formulier in te kunnen vullen moet je inloggen met je DigiD.

Hoe anders is de wereld van onze klanten. Niet altijd maar wel heel vaak. Als je tegenwoordig anders bent, eigenlijk een buitenbeentje, dan kan dat niet zomaar. Het is sowieso niet cool en hip en buitenbeentjes zetten meestal niet veel op Facebook. Want niet gelukkig en mooi genoeg.

We hebben in Nederland een lange ontwikkeling gehad over dit onderwerp. Was een buitenbeentje in de jaren 90 een (zorgwekkende) zorgmijder, dan kwam er outreachende hulp in de vorm van hulpverleners die op straat contact legden of ongevraagd aan je deur stonden. Men vond het belangrijk dat deze buitenbeentjes niet uitgesloten waren van hulp. Het werd ze desnoods een beetje opgedrongen; de zogenaamde bemoeizorg stamt uit eind negentiger jaren en hield het lang vol, wel zeker 15 jaar. Toen de jaren 2000 aanbraken ontstond er een nieuwe zakelijkheid, die deels ook ingegeven werd omdat de kosten wat uit de hand leken te lopen voor deze vorm van zorg. Maar de bemoeizorg leefde nog volop en zorgde ervoor dat buitenbeentjes toch nog een beetje mee konden doen in de maatschappij of in elk geval in de gaten gehouden werden door de hulpverlening. Een soort betaalde buurman zeg maar.

Het werd 2010 en later. De zorgverzekeraar werd almachtig in de geestelijke gezondheidszorg. Bemoeizorg die over het algemeen geen direct meetbare resultaten opleverde werd steeds verder op afstand gezet. In de GGZ werden nieuwe werkwijzes geïntroduceerd. Oplossingsgericht werken, herstelgericht werken, eigen kracht, terugvallen op je netwerk. Heel goed voor hen die dat aan kunnen. Maar helaas ook met enige regelmaat een excuus om de buitenbeentjes buiten spel te zetten. Want zij hebben vaak geen hulpvraag, geen motivatie, soms problematiek die niet binnen 1 organisatie op te lossen is. Dan hebben we al heel gauw een probleem want een klant kan niet overal een geopend DBC hebben. Een netwerk? Na een leven vol problemen, verslaving en detenties hebben de meeste netwerken het al jaren geleden opgegeven. Vrijwilligers inschakelen via een WIJ team? Die willen liever niet komen bij vieze huizen en vieze mensen die soms nogal tekeer kunnen gaan over van alles en nog wat. Bemoeizorg is tegenwoordig niet meer hip. Als ik zeg dat ik nog steeds zo werk verbeeld ik mij dat ik wat meewarig wordt bekeken. Och heden. Dat beste mens is van de oude stempel. Zóóó 2009!

En het werd 2015. Het jaar waarin de gemeentes de geïndiceerde WMO zorg over namen van het rijk en nu zelf moest indiceren of er zorg nodig was of niet. Dat ging eerst even helemaal verkeerd (iedereen die zorg had bleek ineens veel minder uren nodig te hebben dan tot 2015), daarna werd dat hersteld en nu in 2017 zitten we opnieuw in een periode waarin wij als begeleiders moeten uitleggen aan de consulenten hoe die niet maakbare wereld van onze klanten in elkaar zit om het juiste aantal uren te krijgen. We moeten zinnen gebruiken als ‘cliënt neemt moeilijk informatie op ten gevolge van zijn psychische toestand en heeft veel tijd nodig om zaken te begrijpen. Zo nodig legt begeleider keer op keer uit wat er bedoeld wordt door derden.’ Of: ‘cliënt krijgt ondersteuning van de individueel begeleider in contacten met officiële instanties, omdat hij door niet te begrijpen zijn geduld verliest en/of het gevoel heeft niet serieus genomen te worden. Gevolg is dat cliënt onverrichter zake huiswaarts keert of erger, zijn geduld verliest en (verbaal) agressief wordt.’

Wat staat hier eigenlijk? Cliënt past niet in het protocol, de vragenlijst, de zelfredzaamheidsmatrix, de maatschappij. Cliënt heeft een beetje hulp nodig. Als hij die krijgt van iemand die durft te erkennen dat hij sommige dingen echt niet kan, wat overigens niet hip is want tegenwoordig moet iedereen alles kunnen; en daarbij gaat helpen in plaats van de eigen kracht maar weer eens aan te spreken die er niet is want depressief, ellendig, verslaafd en wat al niet meer, dan kan cliënt best een beetje meekomen in de wereld. Als buitenbeentje weliswaar maar toch.

Ik hou van buitenbeentjes. Ze zijn verfrissend. Ze hebben hun eigen manier en hun eigen kijk op de wereld en met een beetje geluk willen ze die met mij delen. Ik vind het fijn dat ze niet bezig zijn met gelukkig, healthy, fit en beautyful te zijn. Ze hebben wel wat anders aan de kop, namelijk overleven. Daar zijn ze vaak heel goed in en daar leer ik van. Doe ik mijn voordeel mee. Dat is misschien ook eigen kracht, maar niet zoals het protocol het voorschrijft denk ik.

Ik heb onlangs een mobiel telefoon abonnement afgesloten voor een van mijn klanten. Eindelijk eens onbeperkt bellen met die ene vriend die hem nog komt opzoeken. En als er iets is, hij woont alleen, kan hij om hulp bellen. Zelf had hij ook nog Ziggo Alles in 1 afgesloten aan de deur. Op zich een prima actie want hij wilde meer tv zenders, ‘vooral die misdaadzenders’. Ik heb wel even gebeld met Ziggo om het abonnement iets terug te zetten; hij had zoveel GB internet zonder een werkende computer en een mailadres, dat dat zonde van het geld was. Een gratis monteur was inbegrepen dus daar gaan we mooi gebruik van maken.

Ik was een paar weken op vakantie en mijn collega zou het mobiele telefoonabonnement voor hem activeren. Dan moest ze wel even naar binnen. Mijn buitenbeentje houdt niet van vreemde mensen. Ze kwam er niet in, 3 weken lang niet. Hij was na mijn vakantie helemaal flauw. Al weken lang deed de telefoon het niet terwijl hij toch opgeladen was. Hij kan niet onthouden dat er een simkaart verwisseld moest worden en het zelf doen lukt al helemaal niet. Toen ik de boel geactiveerd had en hij gewoon kon bellen keek hij me aan alsof ik superwoman was. Het concept van een abonnement moeten we nog wel een keer of 10 door gaan nemen. Gewoon kunnen bellen. Hij heeft een keer 20 euro beltegoed verloren, waarschijnlijk aan een broekzak gesprek, en denkt sindsdien dat hij gehackt wordt. Daarnaast denkt hij met de Ziggo Alles in 1 ook te kunnen bellen dus waarom nou weer een mobiel abonnement. Dat is toch dubbel op. Maar vast bellen is iets anders dan mobiel bellen. Uitleggen helpt. Steeds weer.

Met Ziggo heb ik een afspraak gemaakt voor de installatie van Alles in 1. Terwijl ik de afspraak maakte, zat mijn klant te schreeuwen dat hij echt niet op ging ruimen en al helemaal geen dingen aan de kant ging zetten, dat moest die monteur zelf maar doen. Ik heb de middag van de installatie maar vrij gepland in mijn agenda en de callcenter medewerker dacht ook dat het Een Heel Goed Idee was als ik even een half uurtje van te voren gebeld word als de monteur onderweg was. Met een beetje geluk kunnen we de bierblikken die mogelijk in de weg staan nog even opruimen voor hij er is.

Misschien is zelfs de wereld van een buitenbeentje maakbaar. Maar daarvoor is een beetje hulp nodig. Als die hulp er is en iemand daardoor binnen alle beperkingen er toch bij hoort, gemist wordt als hij er even niet is, dan is er veel gewonnen en bereikt. Dat red ik alleen door contact te maken en te hebben. Heel ouderwets eigenlijk. Ik ga er gewoon mee door. Leg ik weer uit wat een Digi D is.

Denk Barry Stevens. Die met dat accent. Vooral Doorgaan.

 

Toegang alleen in gezelschap van Vrouwen

foto: Froukje Algera

Gelezen in het Dagblad van het Noorden 23-07-2016; een artikel over de voorgenomen sluiting van de tippelzone aan de Bornholmstraat in Groningen. Wat een treurig besluit.

Maar ja, er is een nieuwe burgemeester in Groningen en traditiegetrouw brengt die in zijn inwerkperiode een bezoek aan de tippelzone in Groningen. Net zoals nieuwe wethouders die verslavingszorg in hun pakket hebben. En nieuwe directeuren en managers in de verslavingszorg. En ja, allen trokken wit weg bij De Confrontatie met de tippelzone. Onze nieuwste burgervader noemt de situatie op de tippelzone schrijnend en mensonterend in de krant. De gemeente Groningen stelt dat er inmiddels geen sprake meer is van een overlastmaatregel zoals de tippelzone ooit bedoeld was, maar van een zorginstelling voor straatprostituees. Dat is ineens, zo valt te lezen, hoewel goed bedoeld, ‘onwenselijk voor deze zeer kwetsbare en vaak beschadigde groep vrouwen’. Huh? Wat moet je dan doen met kwetsbare personen? Niet voor ze zorgen?

Tja, tja, tja. Deze burgemeester was nog lang niet in dienst toen er nog geen tippelzone was in Groningen. In 1998 was Hans Ouwerkerk nog burgemeester. Hij was degene die de moed had om de ellende van de illegale straatprostitutie te durven doorbreken door een tippelzone in te stellen. In de jaren voor 1998 was de situatie nog wel wat schrijnender en mensonterender. We schreven er zelfs een boekje over in 1995.

Ik mag dat stellen, ik liep daar rond in die jaren. Op de Preadiniussingel, de Westerhaven, de Noorderhaven en de Vissersbrug. Met een tasje met condooms om uit te delen, een pakje shag voor hen die even niks te roken hadden, een praatje, een foldertje van de ‘bibliotheek’ op de A-weg waar vrouwen terecht konden. Een huiskamer mocht het SPP toen nog niet heten namelijk. De dames van de straat moesten daar 10 minuten voor lopen maar ze kwamen wel. Een tosti, een praatje, douchen, menselijk zijn in de onmenselijkheid die straatprostitutie nou éénmaal meebrengt. Gezien worden. Grappen maken, make-uppen. Eens in de week kwam de bevlogen GGD verpleegkundige voor een SOA spreekuur. We deden wat we konden en we deden dat goed.

In 2016 heeft men geen idee meer over die geschiedenis. Vrouwen die in een auto stapten met een onbekende klant die bepaalde waar er zaken gedaan zouden worden. Dat kon ook ver van de bewoonde wereld zijn. Ik zag het avond aan avond gebeuren. Het was naar, het was machteloos. Werken zonder condoom omdat die niet binnen handbereik te koop waren en de klant sowieso dan meer wilde betalen, ook toen al. De politie die undercover rond reed om te kunnen bekeuren voor illegale prostitutie. De prostitutiemoorden van de 90-er jaren. De angst die er daarna heerste. Ik kan me nog goed herinneren dat ik met mijn rode Peugeot 205 langs de Preadiniussingel reed na de gruwelijke moord op Antoinette Bont. Ze was in stukken gehakt en in gedeeltes gevonden, haar hoofd is nooit aangetroffen. Ik voelde de angst van de vrouwen die er toch weer stonden. Ik wilde ze in mijn kleine auto laden en wegbrengen naar een veilige plek. Maar die was er niet. De ‘bibliotheek’ ging om 22.00 dicht.

We kunnen nu wel denken dat die 90-er jaren nooit meer terug komen. Dat Willem van E. toch opgepakt is en levenslang heeft. Dat er al jaren geen moord meer gepleegd is in het prostitutiecircuit in Groningen. Dat is ook zo. Heeft dat misschien iets te maken met de veiligheid en de zorg van de tippelzone en de huiskamer die daar al 18 jaar staat in een ‘tijdelijke’ keet? Komt dat tijdelijk toch nog uit.

De vrouwen denken zelf ook heel anders over de voorgenomen sluiting van de Bornholmstraat; dit ís ons leven, stellen zij in hetzelfde Dagblad van het Noorden. Het is de moeite waard om dit artikel te lezen als je deze blog tot nu toe gelezen hebt!

Deze kwetsbare groep vrouwen mag niet in de steek gelaten worden. Ze zullen niet stoppen met werken in de prostitutie omdat de (landelijke) politiek besluit dat de tippelzones geen bestaansrecht meer hebben. Dat hebben ze vroeger ook niet gedaan. Het is een illusie te denken dat afgedwongen uitstapprogramma’s zullen werken. Sterker nog, het is zelfs tegen de rechten van de mens om voor de ander te bepalen wat goed en wat slecht is. Justitie mag bepalen waar de wet overtreden wordt. Maar prostitutie is allang niet meer illegaal zolang het gaat om vrijwillige seks tussen volwassenen. Gedwongen prostitutie, prostitutie door minderjarigen en onveilige werkomstandigheden zijn wel verboden.

Ik roep mijn Gemeente Groningen op om de tippelzone en de huiskamer op de Bornholmstraat te handhaven. Waar zicht is op gedwongen prostitutie en minderjarigheid, en de buurtagent onmiddellijk betrokken kan en wil worden. Waar je niet illegaal kunt en hoeft te zijn, daar is geen reden voor. En waar de werkzaamheden zo veilig als mogelijk zijn in het loodzware vak wat prostitutie heet.

Maak niet de fout om prostituerende vrouwen te bestempelen als vrouwen die niet weten wat ze doen. Dat weten ze namelijk voor het overgrote deel wel en daar bewonder ik hen om.

Naschrift: in herinnering aan de moord op, de doodslag op, de vermissing van al deze dames die ik kende. En ja dat is best heftig want ze zijn er niet meer: Michelle Fatol, Annelies Reinders, Antoinette Bont (onopgelost), Jacqueline Schippers, Shirley Hereijgers (onopgelost), Jolanda Meijer (vermist), Saskia Hellendoorn, Sasja Schenker, Marian Kusters (vermist) 

Fact: 6 van deze 9 vrouwen werden vermoord, gedood of vermist voordat de tippelzone bestond. Na 2009 zijn er geen nieuwe moorden, doden of vermissingen gemeld. 

Met dank aan: Mick van Wely voor zijn nooit aflatende belangstelling voor de onopgeloste prostitutiemoorden in Groningen. 

Er zijn nog wat gedateerde boekjes “Het leven gaat door’ over voor € 5 per stuk. Bestellen kan! Via info@noorderzucht.nl