Category: sfeerbeeld

Briefjes uit de bemoeizorg (4)

Soms laat een briefje niets te wensen over. Deze heb ik echt jaren lang bewaard. Het was een briefje van een geliefde cliënt van mij – inmiddels op leeftijd – die overigens nog still going strong gaat en dat is bijna ongelooflijk als ik denk aan de dagen dat ik aan zijn bed in het ziekenhuis zat terwijl hij bijna dood ging aan longontsteking. Dat is nu denk ik zeker 7 jaar geleden.

Het briefje is vermoed ik meer dan 15 jaar oud; toen we nog een actieve begeleidingsrelatie hadden. We kennen elkaar vanaf mijn tijd in het Huis van Bewaring. Ik was toen 26 jaar en hij moet rond de 40 geweest zijn. Registratie over wie je sprak en hoe lang was toen nog geheel op papier dus helemaal precies kan ik het niet melden.

Geschiedenis. Door de jaren heen gedeeld en heel af en toe treffen we elkaar nog wel eens. Dat is dan meestal in een huis waar hij even komt gebruiken en waar ik even kom kijken hoe het met de cliënt gaat die daar woont. Een tijd lang was zijn grootste vriend een cliënt van mij die eveneens still going strong gaat en dit jaar 76 jaar wordt. Kleine wereld.

De man van het briefje is een Surinaamse meneer die als hij mij ziet, hoe oud ik ook geworden ben door de jaren heen, nog steeds met me flirt en tegen me zegt dat ik zijn ‘Fleuropbloem’ ben. En tot voor een jaar of vijf, mijn verjaardag altijd onthield en dan belde hij me met felicitaties. Ik heb veel aardigheid aan dit soort toppers met hun positieve kijk op hun niet altijd gemakkelijke leven. Ik zie hen vrijwel nooit sip of in een dip. Er is altijd wel iets om over te lachen of blij van te worden en zelfs mopperen is een kunst op zich waar uiteindelijk weer een lach uit tevoorschijn komt.

Ik ben blij dat hij nog steeds zin heeft in het leven. En dat ik hem soms nog tref of de groetjes krijg. Ik doe natuurlijk altijd de groetjes terug.

 

Naschrift: in de nacht van 9 maart 2019 overleed de onnavolgbare ‘Kaja’ plotseling. Hij had nog tot diep in de nacht zitten kletsen met een vriend die om 4.00 naar huis ging. De volgende ochtend werd hij gevonden, overleden. Zijn begrafenis was druk en vrolijk. Er werd gedanst en gezongen. Hij had er vast graag bij willen zijn…

Kerstborrels in verslavingsland

Als je een cliënt bent in de verslavingszorg, of in de (O)GGZ, dan wordt je niet zo vaak uitgenodigd op een kerstborrel. Nou nooit eigenlijk.  Of op een nieuwjaarsborrel trouwens ook niet. Heel Nederland borrelt zich rot in deze dagen maar als cliënt wordt je niet geacht… waarom niet eigenlijk?

In onze gebruiksruimte (2000 – 2010) was het van het begin af aan de gewoonte om met kerst en oud en nieuw een borrel voor de bezoekers te organiseren. We schonken daar toen we nog een zelfstandige stichting waren gewoon een biertje en een wijntje bij, juist ook voor de bezoekers. En we hadden hapjes en bitterballen en salades en toastjes. De reden; heel Nederland mag met kerst een borrel drinken, maar bezoekers van de gebruiksruimte niet omdat ze nu één keer cliënten van de verslavingszorg waren. Zouden ze niet beter zelf kunnen kiezen? Waarom moesten wij voor hen bepalen wat ze wel en niet mochten? Bovendien, we hadden het hier over een gebruiksruimte. Het was bepaald niet zo dat bezoekers aan het afkicken waren en je hen dus, door drank aan te bieden, zwaar in de verleiding zou brengen om de mist in te gaan. Dus na enig overleg in het team besloten we in ons eerste jaar van ons bestaan, 2000, het erop te wagen en te zien hoe het zou lopen.

Dat eerste jaar geloofde men de ogen niet toen wij na sluitingstijd op kerstavond inderdaad met 1 kratje bier en 2 flessen wijn aan kwamen zeulen, naast de gebruikelijke flessen fris, toastjes met sellerysalade, blokjes kaas en chips met dipsaus. Niemand durfde om een biertje te vragen, want het was vast en zeker een grap van het personeel. Degene die het eerste om een biertje zou vragen, zou vast ongenadig uitgelachen worden! Haha, dachten jullie nou echt…

Maar er gebeurde niets, toen één dappere vrouw uiteindelijk zei; ‘nou, doe mij er dan maar eentje…’ Er gebeurde nog steeds niets toen zij een eerste voorzichtige slok nam. Er kwamen meer schapen over de dam. Er ontstonden gaandeweg gesprekken, ook over hoe een ieder met alcohol omging. Er waren best veel bezoekers die geen alcohol dronken omdat ze al genoeg andere middelen gebruikten. Maar het was geheel nieuw voor hen, dat ze een keuze hadden. We hebben dat kratje bier niet opgekregen die middag. Het was wel gezellig. Net een gewone borrel eigenlijk, alleen zonder dronken mensen. Bezoekers gingen met blokjes kaas rond, we hadden het over de kerst, relaties die een ieder gehad had en hoe moeilijk het is om met kerst te voelen, hoe eenzaam het gebruikersbestaan eigenlijk maakt. Want na de borrel ging iedereen wel weer de straat op, tot de nachtopvang open zou gaan om 21.00.

Deze borrels zijn altijd erg populair gebleven bij de doelgroep. In oktober vroegen sommige bezoekers al, of het er weer van ging komen. Toen de gebruiksruimte niet meer de vrijheid had om alcohol te schenken, want dat was op een bepaald moment verboden als er cliënten in een pand van de verslavingszorg aanwezig waren en ja hoor, die waren er bij de gebruiksruimte eigenlijk altijd wel… bleven bezoekers met weemoed denken aan die eerste jaren dat het allemaal wel mocht. Ze hadden zich op die momenten even een gewoon burger gevoeld. Iemand met een keuze. Wel of niet drinken? Iemand met een mening. Nee, ik hoef geen alcohol met al mijn andere middelen. Maar toch bedankt voor het aanbod. In de jaren dat we het aanboden, is het never ever uit de hand gelopen. Op geen enkele manier; ik was mega trots op mijn team en mijn bezoekers. Samen het feestje maken. Dat konden wij met zijn allen!

Nu is het bijna 2018 en zitten we helemaal in eigen kracht, eigen regie, eigen verantwoordelijkheid en eigen keuzes maken. Maar bij mijn weten zijn er ook nu nog heel weinig plekken waar een bezoeker, een cliënt, een deelnemer, gewoon lekker uitgenodigd wordt voor een echte borrel met hapjes en toestanden met kerst of oud en nieuw. En waar dat persoonlijk is. Omdat we het jaar weer samen gehad hebben en vieren dat we er nog zijn. Ja, ik weet een paar plekjes waar dat nog kan en die verraad ik niet. Want voor je het weet moet men daar ook weer inbinden omdat het blijkbaar niet kan. Gewoon even met elkaar zijn, biertje, wijntje, nootje erbij. Eigen keuze en een beetje begeleiding dat het allemaal gezellig blijft, de hele avond. 

Wij hadden het altijd superleuk op onze borrels waar nooit iemand dronken werd. En ja deze foto plaats ik gewoon. Omdat dat mag vanwege juist die geschiedenis. Het was een toptijd; we hebben van elkaar genoten. Happy 2018!

Kerstborrel Herebinnensingel 2004 (eigen foto)

Moment, ik ben in vergadering!

“Moment, ik ben in vergadering!” riep hij in zijn mobiele telefoon terwijl hij gehaast opstond en naar de gang liep. Ongeveer eens in de zes weken werd er aan het eind van de middag een bezoekersvergadering gehouden in de gebruiksruimte aan de Herebinnensingel 35; ik werkte daar van 2000 tot 2010. We vergaderden met onze bezoekers vanaf  de start van deze voorziening; de bedoeling was dat wij als team bij de les bleven door de bezoekers actief te vragen naar hun mening en ideeën. Daarnaast was het ook een goede gelegenheid voor ons om de bezoekers op de hoogte te houden van ontwikkelingen, zowel binnenshuis als buitenshuis en hen te spreken over zaken die goed of minder goed gingen.

Om het een beetje prettig te houden bestelden we altijd een lading Chinees eten; het was informeel en bovendien kreeg iedereen dan ook weer eens iets warms binnen. Voor ons was het een hele kunst om de te bespreken punten er door heen te jagen, zelf een bordje mee te eten, te notuleren, en liefst wat antwoorden te geven en besluiten te nemen. De spanningsboog was maar kort. Een half uurtje, dan was het wel weer gedaan en werd de vraag, of er na de officiële sluitingstijd van de Herebinnensingel nog even gebruikt mocht worden, weer actueel.

Tijdens zo’n vergadering, waar de gemoederen normaal gesproken wel eens hoog op liepen was iedereen wat stilletjes. De normale punten werden besproken; de sfeer in huis, wordt het pand nu wel of niet verbouwd en waar moeten wij dan heen; dealen in huis is niet toegestaan, en hou eens op met van elkaar te jatten en te schooien. Ik zat druk in mijn schriftje te schrijven want notulen zijn handig voor de volgende keer. Het was namelijk wel zo, dat je gaandeweg iedereen een beetje weg zag zakken. En nog een beetje meer. We hebben wel vergaderingen gehad waar iedereen, echt iedereen, na het eten even in een slaapje viel.  Je begon echt te twijfelen aan je vermogen om mensen blijvend te boeien. De volgende keer vroegen een aantal mensen zich dan verontwaardigd af, wanneer een bepaald besluit genomen was.

‘In de laatste bezoekersvergadering’ ‘Niet! Daar was ik en ik weet van niks!’ ‘Nee maar je sliep.’ ‘Oh. Maar ik wil dat punt wel weer op de agenda want ik ben het niet eens met het besluit.’

bron: persoonlijk archief. Werktelefoon klant.

Vandaar die notulen. Bewijsstukken waren het eigenlijk. Die  keer waren een aantal mensen er nog wel aardig bij; ze deden hun best om punten in te brengen. Maar ze waren niet fanatiek. De andere helft deed even de ogen dicht. Tot er een mobiele telefoon afging. De eigenaar, eigenlijk ook wat soezelig, schoot omhoog, en nam naar mijn idee zeer adequaat op met de woorden: “Moment, ik zit in vergadering!”  Waarna hij gehaast naar de gang liep om zijn gesprek daar voort te zetten.Hij had wel manager kunnen zijn. Ware het niet dat het waarschijnlijk de dealer was die belde.

Het was dezelfde man die mij via een briefje uit de bemoeizorg liet weten dat hij er even niet bij was en excuus voor de overlast.

 

(on) Dankbaar werk

Het is in de wereld van de verslavingszorg en de bemoeizorg niet altijd een feestje. En wonderlijkerwijs lijkt het soms alsof alle sores zich op 1 dag tegelijk moet openbaren.

Nemen we deze week, niet eens vrijdag de 13e, maar wel vrijdag na een lange week en na een lange zomer waarin veel collega’s tegelijk op vakantie waren. Mijn bestendigheid tegen de voortdurende kwetsbaarheid, boosheid en machteloosheid van mijn geachte clientèle is wat minder op peil dan normaal.

Na een prima verlopen huisbezoekje en het uitzoeken van een wasmachine met een andere cliënt, nog niets aan de hand. Totdat ik mijn werktelefoon miste. Die bleek ik uit mijn jaszak verloren te hebben en de telefoon was in Hoogkerk op straat gevonden. Toen ik mijn cliënt daar belde en hij de straat op liep, bleek de telefoon daar te zijn maar wilde de dame die hem gevonden had, die niet aan mijn cliënt geven. Bozig zei ik tegen mijn collega; ‘Ja hoor! Ze willen er natuurlijk geld voor hebben!’ en met een te lege tank maar weer naar Hoogkerk afgereisd. Ik ben een wantrouwende vervelende vrouw. Want het bleek dat de mensen die de telefoon gevonden hadden, mijn cliënt ook langer kenden dan vandaag en het veiliger vonden als zij de telefoon even in bewaring hielden…. wat mooi dat ze daar om gedacht hadden… beetje over nadenken @mrsAlgera….

Dat de telefoon er weer was, was ergens geen pré. Want mijn volgende cliënte appte; de televisie die wij van de week nog zo vrolijk via Marktplaats opgehaald hadden voor haar nieuwe huis waar zij dit weekend voor het eerst ging verblijven, deed het niet… eerder had ze al opgemerkt dat het ‘vet kloten is dat ik geen plat beeldscherm heb’ (de tv was gratis). Dus of wij even stante pede naar het pandjeshuis konden want zonder televisie geen leven. Zo gezegd zo gedaan, een aardige flatscreen gescoord voor niet al te veel geld maar zonder afstandsbediening. Dus ook nog langs de Blokker voor een universele, batterijtjes vergeten maar gelukkig dat op tijd bedacht terwijl mijn mevrouw nog even 4 halve liters scoorde in de plaatselijke Appie, je bent het weekend vrij of niet tenslotte… Ik moest nog door dus de afstandbediening doen we volgende week wel want er is toch nog geen tv signaal, Tele 2 is nog maar net besteld. Dat gaf wel even stress. Geen tv? Heel veel van onze cliënten kunnen niet zonder geluid om zich heen en eigenlijk willen ze ook altijd beelden hebben om op de achtergrond aan te laten staan. Zonder dat is het huis te stil en zijn de gedachten te luid. Eerlijk is eerlijk, die tv was balen maar verder stond ze te stralen. Een heel weekend in een eigen bij elkaar geklust huis. Dat laatste hadden we samen gedaan de laatste weken en het is mooi geworden. En haar huis.

Volgend bezoek, deze cliënt was eerder deze week al boos op mij. Hij heeft zijn budgetbeheer opgezegd en heeft nu een eigen leefgeld rekening. Die was helaas binnen 5 dagen leeg en nu zit hij de komende 2 weken zonder geld. Kattenvoer was er nog in voorraad en dat kwam ik brengen. Maar boodschappen doen, wat ik normaal gesproken altijd met hem doe op vrijdag want het geld krijg ik dan terug van de budgetbeheerder, dat zat er niet in vandaag. Shag had ik ook al niet bij me dus alles was verkeerd en fout en mijn schuld. Ik had hem tegen zichzelf moeten beschermen en ik had hem genaaid en wat al niet meer. Volgende week moeten we naar het ziekenhuis voor een onderzoek naar mogelijke dementie bij deze cliënt. Het is vet sneu. Als je steeds stukken van de film kwijt bent is het niet gek dat je steeds denkt dat je bedonderd wordt. Hij stond er onlangs naast toen ik de eerder door hem aan mij overhandigde 200 euro op zijn gloednieuwe rekening stortte maar dat weet hij niet meer. Hij herinnert zich dat hij mij op kantoor, staande in de deur, 200 euro gegeven heeft. In werkelijkheid had hij al zijn geld opgenomen, 550 euro, waarvan ik na lang lullen 250 euro heb kunnen redden en ik moest beloven niet meer dan 50 euro voor de boodschappen bij me te houden. Die boodschappen heeft hij vorige week gehad maar hij was in het idee dat de 200 euro nog ergens in mijn tas zaten. Ik kon wel gaan. Helemaal toen bleek dat ik deze keer niet met de hand over mijn hart streek en toch een tasje boodschappen ging halen. Hij liep me nog apart achterna om te kijken of ik het wel begrepen had. ‘Je loopt nu naar buiten en je komt er nooit weer in! Heb je me gehoord?!’  Ja, ik had het gehoord en ik vond niet niet leuk, het raakte me. Toen ik in de auto stapte zag ik hem demonstratief wegfietsen. Ongetwijfeld op weg naar het winkelcentrum om eten te jatten. Hij had mij al medegedeeld dat er een plek voor de kat gezocht moest worden omdat hij wel vast zou komen te zitten ergens de komende weken.

Dan nog maar even naar mijn laatste afspraak van de dag, een mevrouw waar ik normaal gesproken uitstekend mee overweg kan. Zo niet vandaag. Toen ik aanbelde en naar boven liep, kwam zij al totaal verziekt naar beneden lopen. Ze moest nog naar de methadonpost en ging er blind van uit dat dat met mijn auto kon. En had ik ook shag bij me? Verder liep ze te huilen en te schelden maar ze wilde niet vertellen wat er aan de hand was want dat praten dat hielp toch nooit. En passant deelde ze mede dat ze haar hele huis kort en klein geslagen had, dat ze helemaal klaar was met dat huis en met het leven, dat niemand zich ooit iets van haar aantrok en dat ze dat ook helemaal gehad had en of ze even mocht bellen met mijn telefoon. En of ik ook nog even langs de GGD wilde rijden na de de methadonpost. Toen ik mijn telefoon niet meteen overhandigde was dat ook weer een reden om door te schelden op hulpverleners en de nutteloosheid van dat soort mensen. Bij de GGD haalde ze schone spuiten. Waarmee ze waarschijnlijk de net opgehaalde methadon zou gaan spuiten. Toen haar eigen telefoon ging en de vriend die ze wilde bellen haar zelf al belde, riep ze huilend dat ze al wat leuks voor zichzelf geregeld had en of hij de dealer wilde bellen dat ze bijna thuis was en of hij kon komen. Beltegoed was er niet meer; de 2 mannen die haar normaal gesproken van geld en boodschappen voorzien zijn even niet beschikbaar. En een verslaving van € 20,– per dag is door haarzelf niet op te brengen… dus de hele wereld krijgt de schuld dat zij zich beroerd voelt. Ook bij haar hoefde ik niet meer te komen, dat had geen enkele zin. Ze had immers niets aan mij op momenten dat het nodig was, zoals nu. Ik werd er best sneu van.

Loesje

Bron: Loesje via internet

Thuis gekomen heb ik mijn telefoon ogenblikkelijk uitgezet voor het weekend. Ik had het ook eens helemaal gehad met alles en iedereen namelijk. En ik moet zeggen, dat was wel  een verfrissend gevoel. We zien het volgende week wel weer.

 

Een spoor van kleding

Mijn cliënten, vaak dak- en thuisloos, kun je als werker vaak makkelijk volgen. Niet alleen omdat bijna iedereen inmiddels over een mobiele telefoon beschikt, maar ook omdat men een spoor van zakken met kleding achterlaat.

Als je op straat staat, is het lastig om een koffer overal mee naar toe te slepen. Zelfs zo’n handig trolleytje is toch een hele sta in de weg als je in de rij staat voor de methadonpost om maar wat te noemen. Dus kleding wordt maar al te vaak ‘even’ gestald in de dagopvang, de gebruiksruimte, de nachtopvang, bij de reclassering, of bij kennissen thuis. Gevolg: het is maar net op welke plek je bent, welke kleding daar nog ligt en die trek je dan aan. Als het tenminste niet helemaal stinkerig en vies is, want het gebeurt ook regelmatig dat vieze kleding maanden in een zak ligt te verpieteren. Bij de reclassering van de Ambulante Verslavingszorg Groningen was op een bepaald moment een kast gebouwd in een spreekkamer, omdat daarmee de puinhoop in de vorm van opgestapelde vuilniszakken met kleding van gedetineerde cliënten wat minder groot leek. Maar na verloop van tijd wilde geen werker daar meer zitten vanwege de eigenaardige geur die in die kamer hing.

Mensen kunnen aangenaam verrast worden als ze ineens weer ergens een tas vinden met verloren gewaande kleding. Maar ze worden ook regelmatig onder druk gezet door een kennis, wat eerder een ‘goede vriend’ was, maar die nu eerst geld wil zien voor de spullen weer bij de rechtmatige eigenaar terecht komen. Dus meestal worden die zakken niet meer opgehaald. Wel word ik erop uit gestuurd, vooral als iemand in detentie zit, en zo kan het dan gebeuren dat ik bij voor mij wildvreemde mensen een klein geldbedrag overhandig en vervolgens in de plastic tassen met vieze kleding zit te graaien om te kijken of er niet toevallig nog vieze spuiten rondslingeren. (Bij overhandiging van de kleding aan het Huis van Bewaring is dat laatste weer heel vervelend).

Het is best een ingewikkeld bestaan. Ik ga zelf elke morgen voor dezelfde kast staan en dan zoek ik iets uit wat bij die dag lijkt te passen. Ik moet er niet aan denken dat ik eerst drie adressen af moet lopen om die ene broek te vinden. Dak- of thuisloos zijn leidt tot een fragmentarisch bestaan. Alles bestaat uit kleine brokjes. Hier ligt wat, daar ligt wat en je raakt constant alles kwijt. Uiteindelijk raakt men werkelijk ontheemd. Dat krijg je namelijk, als je nooit een vaste omgeving met vaste gewoontes hebt, of je aan je eigen spullen kunt hechten.

kleding

kledingopslag nachtopvang Assen

Leven in kleine brokjes maakt het niet makkelijker om je verhaal in een logische volgorde te vertellen. Dat is dan weer lastig voor de hulpverleners. Leven in kleine brokjes maakt het leven adhoc en bedreigend.

Veiligheid is meestal ver te zoeken. Als je zelfs je favoriete broek niet kunt vinden, laat staan hoe het dan gesteld is met de rode draad in je leven….