Category: Uncategorized

Het KAK

CAK

Mensen die zorg van de gemeente ontvangen, of eerder van het rijk, krijgen daarvoor een indicatie. Die indicatie wordt vastgesteld door de gemeente en je moet voor de zorg die je ontvangt een eigen bijdrage betalen. De hoogte van die eigen bijdrage verschilt; zit je in een verzorgingstehuis dan kan de eigen bijdrage oplopen tot honderden en zelfs duizenden euro’s per maand. Individuele begeleiding, het soort zorg wat de meeste ambulante cliënten in de psychische en verslavingszorg ontvangen, is goedkoper. Dat kost bijna altijd € 17,50 per maand. Als je via een collectieve regeling van de gemeente Groningen bij Menzis verzekerd bent, betaalt Menzis de eigen bijdrage en kost het de cliënt dus feitelijk niets.

De organisatie die moet zorgen dat iedereen de eigen bijdrage betaald, is het CAK ofwel het Centraal Administratie Kantoor. Mijn klanten noemen het Cee AA Ka soms het KAK omdat ze echt denken dat dat de naam is. ‘Nou heb ik alweer een deurwaarder! Van het KAK!’

Ja zal wel. Want er gaat iets helemaal niet goed bij het KAK. Menzis betaalt braaf de eigen bijdrages van de cliënten die collectief verzekerd zijn. Wij halen de post op bij de cliënten, scannen de KAK rekeningen in en sturen die door naar Menzis; Menzis betaalt en stuurt ons inmiddels lijsten met betalingen die zij gedaan hebben. Want het gaat dus niet goed. Het KAK kan namelijk negen van de tien keer die betalingen niet terugvinden in hun administratie. Dat is best apart als je een administratiekantoor bent maar dat terzijde.

What’s next? Klant krijgt herinneringen, aanmaningen, de deurwaarder. Ik weet dat de rekening betaald is en dat kan ik aantonen met de lijsten die Menzis ons stuurt. Ik bel het KAK en probeer dit te bespreken. Maar ja het KAK heeft waarschijnlijk een callcenter waar mensen met een schermpje en een beslisboom voor zich zitten en dus geen inhoudelijk antwoord kunnen geven. Dus we komen in het volgende soort gesprekje terecht.

(na de gebruikelijke plichtplegingen, waarmee kan men mij van dienst zijn etc.)

‘Ik bel namens een cliënt van mij. Hij krijgt aanmaningen over een factuur die allang betaald is door Menzis’.

‘Momentje dan kijk ik met u mee. Ja ik zie het al, dat factuurnummer met periode 10 is niet betaald’.

‘Nou het is wel betaald, door Menzis, dat kan ik ook aantonen want ik heb een betalingsoverzicht van Menzis gekregen. Ik heb dat via het contactformulier aan jullie doorgestuurd’.

‘Ja, dat zie ik, dank u wel. Maar daarmee kunnen wij niet zien dat het betaald is’.

‘Waarom niet dan?’

‘Ja wij hebben geen rekeningnummer van waar de betaling gedaan is, geen kenmerk, en ook geen rekeningnummer waar het naar toe gegaan is’.

‘Maar jullie hebben een overzicht waarop het bedrag, de naam, de datum van betaling, het factuurnummer en het EB nummer staan’.

‘Het spijt me maar dat is niet genoeg. De rekening is niet betaald’.

‘Ik zeg dus van wel. Wat nu?’

‘Ik zal een uitstel van betaling op deze rekening zetten van 14 dagen zodat u aan kunt tonen dat de rekening betaald is’.

‘Maar dat heb ik net gedaan en dus hoef je geen uitstel van betaling te geven.’

’Dat moet u zelf weten mevrouw, dan doe ik het niet en dan krijgt uw cliënt een deurwaarder want dat stadium hebben we nu wel bereikt’.

‘Maar jullie zijn de betaling kwijt toch?’

’Het is de verantwoordelijkheid van de cliënt om aan te tonen dat hij wel betaald heeft. Ik heb een rekeningnummer nodig van waar de betaling gedaan is, en naar welk rekeningnummer, en een betalingskenmerk’.

‘Nou ik zal mijn best doen. Goedemiddag’.

!@#$%^&*&^%$!! Vervolgens mail ik, en mijn collega’s ook, naar Menzis met het verzoek de gevraagde gegevens aan te leveren. Menzis doet dat dan. Ik mail het weer door naar het KAK via het contactformulier want mensen kun je daar niet echt meer inhoudelijk spreken. Uiteindelijk krijg ik dan via de mail een @berichtvanhetCAK dat  men de betaling gevonden heeft. En dat er dus geen deurwaarder ingeschakeld gaat worden.

Dat heeft mij of mijn collega’s dan minimaal 2 begeleidingsuren gekost die week. Die begeleidingsuren declareert mijn werkgever bij de gemeente en daarvoor betaalt de cliënt een eigen bijdrage. Het KAK int die eigen bijdrage. Die men dus in negen van de tien gevallen pas na 2 begeleidingsuren terug kan vinden.

En @mrsAlgera? Belt het KAK inmiddels als ze zin heeft om een beetje ruzie te zoeken. Het is de ideale uitlaatklep in een werkweek. Maar het is ook jammer dat de bureaucratie zoveel werk geeft dat een doorsnee klant dat helemaal niet trekt. Daarvoor heeft hij ook die individuele begeleiding.

Meet you here and on the other side

2015-12-30 17.10.08Ik heb een cliënt die ernstig ziek is. Hij is erfelijk belast en zijn hele leven wordt hij al bepaald door zijn strijd tegen deze ziekte. Het heeft hem alles gekost. Zijn geliefden, zijn werk, zijn geluk.

Als het weer zover is koopt hij, vrijwel vanuit het niets, 4 tot 6 flessen Beerenburg, de laatste tijd ook vaak Schippersbitter. Daarnaast 6 tot 8 flessen biologische witte wijn, en voor de dorst nog wat blikjes bier. Niet de goedkoopste soort trouwens. Hij gaat op zijn witte leren bank liggen, zet een emmer naast zich, zijn grote kristallen asbak op tafel met 4 pakjes shag en nog wat pakjes sigaretten voor als het draaien niet meer gaat, en hij begint te drinken. Er zit als hij meteen aan de Beerenburg begint eigenlijk geen enkele rem op. Drinken zal hij, tot alles op is. Eten lukt hem niet meer. Zijn drinken is levensbedreigend. Binnen een dag of 3 ligt hij in zijn ondergoed op de bank en is de emmer tot de rand toe gevuld met braaksel, urine, restjes drank en peuken. De peuken gooit hij in de emmer omdat hij dan zeker weet dat hij het huis niet in brand zet. Voor wat hij nog aankan op zo’n moment een verantwoordelijke actie.

De rest van het huis ziet er als altijd spic en span uit. Mijn cliënt is in nuchtere staat heel wat schoner in huis dan ik. Hij wast zijn vitrages elke maand en er staat dan nooit een vies kopje op het aanrecht. In nuchtere staat vecht hij zich rot om iedere keer weer terug te komen tot een redelijke kwaliteit van leven. Maar het lukt niet blijvend. De flarden die hij af en toe te pakken krijgt worden weer teniet gedaan door de verliezen die hij heeft geleden in zijn leven. Zijn geliefden, zijn werk, zijn geluk. En zijn zelfrespect maar daar hebben we het nooit over. Dat is te dichtbij.

Als hij drinkt, trekt hij zich terug op zijn drankbank tot hij niet meer kan. Het komt er natuurlijk toe dat hij niet meer zelfstandig op zijn benen kan staan en dus ook niet meer naar het toilet kan. Hij voelt ook niet meer dat hij naar het toilet moet trouwens. Mijn collega’s en ik treffen hem wachtend op een plek op de crisisafdeling van een verslavingskliniek, wat meestal ongeveer een week duurt, dan aan in zijn eigen urine en diarree. Hij schaamt zich dood. We zetten hem ondanks zijn gegeneerd zijn toch maar wel onder de douche en trekken hem schone kleding aan. Hij heeft ons een sleutel gegeven zodat we in elk geval bij hem binnen kunnen komen en hij niet dagen dood op zijn bank hoeft te liggen. Want die kans is levensgroot aanwezig als je alleen maar drinkt en niets meer eet en daarbij ook nog overgeeft. Hij is blij met de veiligheid van onze dagelijkse bezoeken. Als we hem laten blazen, kan het zo zijn dat hij een promillage van meer dan 3.5 heeft. Zulke promillages krijg je als je een krat bier achter elkaar naar binnen werkt. Je bent met dit promillage ongevoelig voor pijnprikkels en pijn in het algemeen, je bent totaal verdoofd. Dat is ook de bedoeling van mijn cliënt.

Het eindigt er meestal mee dat we 112 moeten bellen en dat hij naar het ziekenhuis gebracht wordt. Hij wordt dan weer opgekalefaterd en vindt dan al snel dat hij best weer naar huis kan. Om door te gaan naar de volgende ronde. Hij heeft de laatste maanden een omlooptijd van ongeveer 6 tot 9 weken.

Met de huisarts heb ik oeverloze discussies over een palliatief traject. De huisarts vindt eigenlijk dat we mijn cliënt maar dood moeten laten gaan. Hij doet het toch zelf, hij wil het toch zelf met dat gezuip? Ik zeg tegen de huisarts dat als hij met een palliatief traject bedoeld dat ik de Beerenburg moet komen brengen zodat mijn cliënt zich dood kan drinken, we zo’n traject niet hebben en ook niet willen.

Als hij in het ziekenhuis ligt, ga ik eigenlijk altijd de day after terug naar zijn huis. Ik ruim de ergste ellende op. De flessen naar de glasbak, de bevuilde kleding in de wasmachine, aan het eind van de dag rijd ik nog eens langs en hang ik het op de waslijn. De emmer naar buiten, want het is moeilijk om dat weg te gooien zonder daar heel erg misselijk van te worden. De vieze kussens en dekbedden ook in de wasmachine, de vloer en het toilet een beetje schoon. De vissen schoon water, een vriend bellen dat hij die vissen even op komt halen omdat ik niet dagelijks langs wil komen om ze te voeren.

Zodat de confrontatie iets minder heftig is als hij weer thuis komt. Veel mensen vinden dat best een rare actie van mij en noemen het zelfs onprofessioneel, dat opruimen en zorgen. Want die man die doet dat toch zelf, die rotzooi maken en dat drinken. Onveranderlijk stel ik een vraag terug.

Zou je dit ook tegen mij zeggen als het ging om een patiënt met kanker die door de chemo zo misselijk en beroerd is dat deze troep er het gevolg van was?

Als alcoholisme een chronische, genetisch bepaalde en erfelijk belaste ziekte is, zie ik het verschil namelijk niet zo.

Naschrift: mijn cliënt is kort na nieuwjaarsdag, toen ik hem nog medicatie bracht om de ontwenning op te vangen na zijn zevende heftige terugval in 18 maanden, overleden aan de gevolgen van zijn alcoholmisbruik. Het was 4 januari 2016. Wegens code rood (ijzel) is hij pas op 8 januari in zin huis gevonden. Ik had er verdriet over. En anno 2019 denk ik nog steeds regelmatig aan hem. Ik heb veel van hem geleerd, voornamelijk over de dodelijke macht van een verslaving. Dankjewel @offerklos

Dit lied is op zijn crematie gedraaid. 

Minsen binn’n gain moezen; een pil tegen verslavings?

IMG_4395

Bron: Joop van Gilsdonk, 2005

Joop van Gilsdonk, inmiddels gepensioneerd verslavingsarts bij de AVG en bij VNN, wist het al jaren; de omgeving speelt een hele grote rol in het onderhouden van een verslaving. Om dat duidelijk uit te leggen, had hij het Muizenverhaal. Op zijn afscheid van de verslavingszorg heeft hij het alle aanwezigen cadeau gedaan.

De strekking van het verhaal: zet twee muizen in een laboratorium en maak ze verslaafd. Verhuis dan één muis naar een ander lab en geef hem  de dosis heroïne waar hij inmiddels aan gewend is. Die muis denkt kennelijk, dat hij hele goede kwaliteit dope binnen krijgt en reageert veel heftiger op zijn dosis dan voorheen, terwijl de muis die nog in de oude omgeving zit niks bijzonders merkt aan de dagelijkse hoeveelheid.

Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar hoe dat kan; dezelfde hoeveelheid drugs die in een andere dan de normale omgeving als veel heftiger beleefd wordt. Daar zijn zelfs mensen aan dood gegaan. Het is een evidence based verhaal, inmiddels.

Een Groninger die jaren clean is en weg uit de stad, kan weer ontwenningsverschijnselen krijgen, letterlijk, bij het weerzien van de Martinitoren in Stad. Of bij het adres Herebinnensingel 35, waar ooit de gebruiksruimte floreerde als warme plek voor dak- en thuisloze overlast gevende harddrugsverslaafden; en waar harddrugs gebruiken eigenlijk een voorwaarde was. Of bij een hartelijk weerzien met mij, hun oude begeleidster, maar ook degene die in de gebruiksruimte de spuiten of de folie aangaf en soms wel eens wat geld leende voor een pakje shag c.q. een pakje van de dealer.

Het is zoals het is. Joop zegt er in zijn boekje over: ‘afkickziek zijn heeft alles te maken met de omgeving waarin men verslaafd is geraakt. En ook de tolerantie – onlosmakelijk verbonden met de afkickziekte – kan niet los gezien worden van de omgeving.’ Dat betekent dus ook, dat motivatie om clean te worden wellicht minder belangrijk is, dan bijvoorbeeld omgevingsfactoren. Dat is een belangrijk verschil als je mensen effectief wilt behandelen voor hun verslaving. Het verhaal van Joop komt uit de tachtiger en negentiger jaren. De jaren van de heroïne epidemie en de nasleep ervan. In de nasleep zijn veel verslaafden minder heroïne gaan gebruiken, ze kregen methadon, maar meer coke en/of alcohol. Verslaving blijft verslaving. Terug in je oude stad, in je oude wijk, bij alles wat ooit associeerde met verslaving; het blijft triggeren en trekken.

Maar er is hoop. Er is een pil ontdekt die eigenlijk bedoeld is om hoge bloeddruk tegen te gaan. Maar hij heeft als wonderlijke en fijne bijwerking, dat de herinnering aan verslaving, gewist lijkt te worden. Vooral bij alcohol- en cocaïne verslaving lijkt de pil werkzaam.

Dat is handig. Want niet herinneren, is niet langer getriggerd worden door al die ouwe memories. En zoals Joop dat ooit al zei, zijn die memories, in je systeem en in je lichaam, het grootste risico op terugval. Dus iemand die wil stoppen, kan voor een korte opname naar de kliniek; vervolgens deze pil, Isradipine, er in en klaar ben je.

Wishfull thinking of werkelijkheid? Wie durft?

 

#Sumatralaan

Hashtag #Sumatralaan was trending, afgelopen weekend op Twitter. Want ineens twitterde iemand dat er een schietpartij recht voor zijn huis had plaatsgevonden. Er kwamen meer foto’s van steeds meer mensen die in de buurt woonden, in de buurt waren of in de buurt wilden komen.

Een ruzie tussen twee mensen die elkaar in de drugswereld wel eens ontmoetten. Een slachtoffer die de dader, zoals het zich laat aanzien in de verklaringen die inmiddels in de kranten en op internet te lezen zijn, met een ijzeren staaf achterna zat. Een dader waarvan ik me afvraag in hoeverre dit hem overkwam. Hij had misschien een wapen bij zich maar hij had, denk ik, niet de bedoeling daar zoiets mee aan te richten. Daarvoor leek het te impulsief, te ruzie achtig, te snel om over na te denken. Misschien kortsluiting in een driftig hoofd en dan een wapen in je zak. Pats. Zo zou het kunnen zijn. De dader wist weg te komen maar werd nog geen 12 uur  later in Den Haag opgepakt. Sindsdien zit hij vast, op de cellengang in Groningen.

Wie de eigenaar van de fiets was, die lange tijd tragisch leeg lag te zijn naast een lichaam met een laken eroverheen en een klein plukje rastahaar erboven uit, was maar niet duidelijk. Wat wel duidelijk werd, was dat het slachtoffer eigenlijk meteen overleden was.

IMG_4366 (1)

Bron: Twitter

Ik volgde dit ongeveer life op Twitter.  In mijn Stad en over een locatie waar ik dagelijks vaak meerdere keren langs rijd. Ik was er aangeslagen van maar tegelijk bleef ik kijken of Twitter nog wat nieuws te melden had.

Moderne tijden ja. Maar drugsgeweld is van alle tijden. Op dinsdagmorgen vond ik aan de #Sumatralaan een bermmonumentje voor het slachtoffer. Ik ben gestopt en heb een foto daarvan getwitterd.

Ook ik ben een kind van mijn tijd.

Afscheid

Toen wij in 2013 met dit blog begonnen, werkten twee van ons al niet meer in de verslavingszorg. Wat we toen en nu gemeen hebben, is een interesse voor de geschiedenis van de verslavingszorg, het proces van ontwenning, terugval en rehabilitatie en de onverwachte schoonheid en de verhalen van het rauwe verslavingsbestaan.

Het begon met een afscheidsfeestje in 2012: de foto’s uit de roemruchte geschiedenis van de Groningse verslavingszorg die we daar wilden laten zien, brachten zoveel mooie en sterke verhalen in herinnering dat Froukje, Martinus en Petra het erover eens waren dat die het verdienden opgeschreven en gelezen te worden. Terwijl we plannen aan het smeden waren voor een boek, en tot de conclusie kwamen dat een blog realistischer was, kwam Martinus met het voorstel ook Jos erbij te vragen: als ervaringsdeskundige én beleidsmedewerker in de verslavingszorg voegde hij een interessant perspectief toe aan die van ons.

Vele avonden hebben we bij elkaar gezeten, brainstormend over onderwerpen, nieuwe invalshoeken, te interviewen mensen. De lijst met potentiële blogonderwerpen oversteeg ruimschoots het aantal gepubliceerde blogs. Daar ligt dan ook de kern van onze zwakte: we kunnen er heerlijk over praten, maar voordat je een goede blog gepubliceerd hebt, ben je – afhankelijk van het onderwerp – vaak uren verder, zeker als je voor je stukje archiefonderzoek moet doen of mensen gaat interviewen.

Inmiddels is Froukje de enige van ons die nog in de verslavingszorg werkt. Zoals trouwe lezers onmiddellijk opvalt, is zij ook de meest stabiele factor binnen ons blog. Haar stukjes zijn vaak uit het dagelijks leven van de bemoeizorger gegrepen. Wij, de andere drie, beloofden vaak iets te publiceren (en waren dat ook écht van plan…) maar vonden er de tijd of de inspiratie niet meer voor. Te druk met andere dingen, te ver van de verslavingszorg afgeraakt, de juiste toon niet kunnen vinden…

Onlangs stelde Froukje dat het zo niet langer kan. En we moesten haar gelijk geven. Noorderzucht is steeds meer haar blog en steeds minder ons blog geworden en wij moeten dat erkennen. Dus vanaf nu is Noorderzucht alleen van Froukje. Ze heeft ruimhartig laten weten ons als gastauteurs te verwelkomen en de tijd zal leren of we nog eens in die hoedanigheid op dit blog zullen terugkeren.

Vanaf vandaag heeft Noorderzucht drie auteurs minder, maar drie trouwe volgers erbij.