Category: Groningen

Quotes uit de bemoeizorg #4

Erg Cocks? Dat moest ik opzoeken. Ik heb het wel eerder gehoord en in verband met christelijk zijn, maar wat is dat eigenlijk voor uitdrukking? Het blijkt over Hendrik de Cock te gaan. Smerige Koksen, zoals wel gezegd werd. Hij brak met de Hervormde Kerk en vond de Gereformeerden uit, streng in de leer. Koksen.

En verder? Gaat de tippelzone op 31 maart 2019 na 21 jaar sluiten en moeten alle vrouwen ‘uitstappen’. Iedere vrouw heeft een eigen casemanager en een ‘aanjager’ om alles te laten samenwerken. Laten we hopen dat het werkt. As for dit tegeltje kwam het opnameplan even uit de lucht vallen en was dit de eerste spontane reactie van  mijn cliënte, waar ik al een tijd  mee samenwerk en die zich nooit geneert alles wat ze denkt er maar uit te gooien. Dat is mooi aan haar.

Dat zij zich zou prostitueren herkent ze nauwelijks. Eigenlijk alleen als ze, overigens zonder het verplichte pasje, af en toe aanwezig is op de Bornholmstraat. Wat thuis gebeurt ziet zij heel anders. Uitstappen is voor haar geen doel, onderdak wel. Voor de casemanager, de aanjager en de burgemeester telt alleen het uitstappen. Hoe gaat dat als zij, uitgestapt en wel, met een nieuw onderdak opnieuw veel ‘goede vrienden’ over de vloer heeft waar zij wel eens een dienst aan wil verlenen en zij haar daarna een tientje geven om coke te kopen? Is ze dan nog steeds uitgestapt want niet meer op de tippelzone, of is dat dan een vorm van thuisprostitutie die zich aan de openbare orde onttrekt?

Hoe zou ik het haar gunnen als het lukte, die opname en het beloofde onderdak wat dan aansluitend geregeld zal worden; ‘Ik hoef daar maar 5 of 6 weken te blijven, dat is te doen!’ zegt zij blij. En hoe zou ik haar een volgende mislukking niet gunnen. Voorbereiding is het halve werk. Ook op dat je zelf best iets moet doen in een opname. En dat het geen kwestie is van ‘dan zit ik wel even een paar weken met de handjes bij elkaar te bidden als ik dan onderdak heb daarna’.

Want ze zijn ‘daar’ wel degelijk Cocks. En dat stoppen met roken zal er dan ook van moeten komen. Ik ga voor haar duimen tot ik erbij neerval.

Naschrift: ik werd op de dag van opname gebeld uit het westen van het land. Mevrouw was meteen weer vertrokken en het had nog de nodige moeite gekost om haar van het hoofdkantoor naar de afdeling te laten komen om minimaal een rondleiding te krijgen.

De reden? Men was vergeten te vertellen dat het om een gesloten afdeling ging. Dat deed haar teveel denken aan al die andere gedwongen opnames. Had dat even van te voren gezegd… dan had zij vooraf een afweging kunnen maken en kunnen kiezen al dan niet akkoord te gaan… eigen kracht weet u nog… dat houdt ook zelf mogen beslissen op grond van de juiste informatie in…. jammer. 

Aan de Grond in Groningen

In mijn carrière ben ik in vroegere jaren met regelmaat op tv geweest. Ok, de regionale televisie, maar toch. Ik werd dan bijvoorbeeld geïnterviewd over de gebruiksruimte of de tippelzone. Die fragmenten van het nieuws nam ik vaak op zodat ik ze later nog eens terug kon kijken. Op een videoband. Die heb ik later over laten zetten naar een dvd. Verder nam ik van alles op wat voor mij interessant was vanwege mijn werk, toen nog in de verslavingszorg. Onlangs keek ik de dvd na jaren weer eens door. En stuitte ik op de documentaire ‘Aan de Grond in Groningen’ (1999) van Wil Dwarswaard in opdracht van (toen nog) Stichting Huis.

In de negentiger jaren was het leven toch even anders dan in 2018, zo’n 20 jaar later. In Stad was veel drugsgerelateerde overlast, in eerste instantie vooral op het Guyotplein waar de rechtbank zoals die er nu staat in 1998 geopend werd.  De overlast was zo groot dat er op een bepaald moment een caravan geplaatst werd die als tijdelijke politiepost moest dienen. Pas nadat het plein ongeveer volledig kaal gesnoeid was verplaatste de overlast zich. Naar het Noorderplantsoen en dat is in deze film goed te zien. De gebruiksruimte zou, vanwege deze overlast, in 2000 opgezet en geopend worden.

Wat meer: straatkrant De Riepe bestond nog maar net, vanaf 1997, en werd gezien als een waardevol initiatief om daklozen een kans op een beter leven te geven. Een beetje geld verdienen en weer onder de mensen zijn, gezien worden. In 2017 is het 20 jarig jubileum van de Riepe groot gevierd.

Geen mobiele telefoons in beeld, want die waren er wel maar niet voor de grote massa. Smartphones bestonden nog niet, dat was pas vanaf 2007… Nergens computers want ook die gebruikten we toen nog maar mondjesmaat. Meestal om te mailen en als tekstverwerker. Internet was bij lange na niet zo belangrijk als nu, we waren er eigenlijk niet zo afhankelijk van. Lijstjes en papieren aantekeningen volstonden meestal wel. En protocollen? Daar hadden we in die tijd nog nauwelijks van gehoord. We spraken met elkaar over wat de beste manier was. Ook als iemand boos of emotioneel was. Contact houden was onze manier en eigenlijk was dat veel fijner dan alle voorschriften over hoe wij nu met elkaar om moeten gaan. Just saying.

‘Aan de Grond in Groningen’ (25 minuten) geeft een goed beeld van een tijd in Stad Groningen die voorgoed voorbij is. Het is een tijdsbeeld wat niet mag ontbreken op Noorderzucht, waar het juist ook gaat om oude verhalen uit de (verslavings)zorg aan de geschiedenis te onttrekken en opnieuw te vertellen.

Voor de liefhebber is hier de link! Met veel dank aan RTV Noord die de film voor mij uit het archief gehaald heeft en op Youtube zette; en de maakster van de film om toestemming gevraagd heeft om dat te mogen doen. Echt top!

Briefjes uit de bemoeizorg (4)

Soms laat een briefje niets te wensen over. Deze heb ik echt jaren lang bewaard. Het was een briefje van een geliefde cliënt van mij – inmiddels op leeftijd – die overigens nog still going strong gaat en dat is bijna ongelooflijk als ik denk aan de dagen dat ik aan zijn bed in het ziekenhuis zat terwijl hij bijna dood ging aan longontsteking. Dat is nu denk ik zeker 7 jaar geleden.

Het briefje is vermoed ik meer dan 15 jaar oud; toen we nog een actieve begeleidingsrelatie hadden. We kennen elkaar vanaf mijn tijd in het Huis van Bewaring. Ik was toen 26 jaar en hij moet rond de 40 geweest zijn. Registratie over wie je sprak en hoe lang was toen nog geheel op papier dus helemaal precies kan ik het niet melden.

Geschiedenis. Door de jaren heen gedeeld en heel af en toe treffen we elkaar nog wel eens. Dat is dan meestal in een huis waar hij even komt gebruiken en waar ik even kom kijken hoe het met de cliënt gaat die daar woont. Een tijd lang was zijn grootste vriend een cliënt van mij die eveneens still going strong gaat en dit jaar 76 jaar wordt. Kleine wereld.

De man van het briefje is een Surinaamse meneer die als hij mij ziet, hoe oud ik ook geworden ben door de jaren heen, nog steeds met me flirt en tegen me zegt dat ik zijn ‘Fleuropbloem’ ben. En tot voor een jaar of vijf, mijn verjaardag altijd onthield en dan belde hij me met felicitaties. Ik heb veel aardigheid aan dit soort toppers met hun positieve kijk op hun niet altijd gemakkelijke leven. Ik zie hen vrijwel nooit sip of in een dip. Er is altijd wel iets om over te lachen of blij van te worden en zelfs mopperen is een kunst op zich waar uiteindelijk weer een lach uit tevoorschijn komt.

Ik ben blij dat hij nog steeds zin heeft in het leven. En dat ik hem soms nog tref of de groetjes krijg. Ik doe natuurlijk altijd de groetjes terug.

 

Naschrift: in de nacht van 9 maart 2019 overleed de onnavolgbare ‘Kaja’ plotseling. Hij had nog tot diep in de nacht zitten kletsen met een vriend die om 4.00 naar huis ging. De volgende ochtend werd hij gevonden, overleden. Zijn begrafenis was druk en vrolijk. Er werd gedanst en gezongen. Hij had er vast graag bij willen zijn…

Kerstborrels in verslavingsland

Als je een cliënt bent in de verslavingszorg, of in de (O)GGZ, dan wordt je niet zo vaak uitgenodigd op een kerstborrel. Nou nooit eigenlijk.  Of op een nieuwjaarsborrel trouwens ook niet. Heel Nederland borrelt zich rot in deze dagen maar als cliënt wordt je niet geacht… waarom niet eigenlijk?

In onze gebruiksruimte (2000 – 2010) was het van het begin af aan de gewoonte om met kerst en oud en nieuw een borrel voor de bezoekers te organiseren. We schonken daar toen we nog een zelfstandige stichting waren gewoon een biertje en een wijntje bij, juist ook voor de bezoekers. En we hadden hapjes en bitterballen en salades en toastjes. De reden; heel Nederland mag met kerst een borrel drinken, maar bezoekers van de gebruiksruimte niet omdat ze nu één keer cliënten van de verslavingszorg waren. Zouden ze niet beter zelf kunnen kiezen? Waarom moesten wij voor hen bepalen wat ze wel en niet mochten? Bovendien, we hadden het hier over een gebruiksruimte. Het was bepaald niet zo dat bezoekers aan het afkicken waren en je hen dus, door drank aan te bieden, zwaar in de verleiding zou brengen om de mist in te gaan. Dus na enig overleg in het team besloten we in ons eerste jaar van ons bestaan, 2000, het erop te wagen en te zien hoe het zou lopen.

Dat eerste jaar geloofde men de ogen niet toen wij na sluitingstijd op kerstavond inderdaad met 1 kratje bier en 2 flessen wijn aan kwamen zeulen, naast de gebruikelijke flessen fris, toastjes met sellerysalade, blokjes kaas en chips met dipsaus. Niemand durfde om een biertje te vragen, want het was vast en zeker een grap van het personeel. Degene die het eerste om een biertje zou vragen, zou vast ongenadig uitgelachen worden! Haha, dachten jullie nou echt…

Maar er gebeurde niets, toen één dappere vrouw uiteindelijk zei; ‘nou, doe mij er dan maar eentje…’ Er gebeurde nog steeds niets toen zij een eerste voorzichtige slok nam. Er kwamen meer schapen over de dam. Er ontstonden gaandeweg gesprekken, ook over hoe een ieder met alcohol omging. Er waren best veel bezoekers die geen alcohol dronken omdat ze al genoeg andere middelen gebruikten. Maar het was geheel nieuw voor hen, dat ze een keuze hadden. We hebben dat kratje bier niet opgekregen die middag. Het was wel gezellig. Net een gewone borrel eigenlijk, alleen zonder dronken mensen. Bezoekers gingen met blokjes kaas rond, we hadden het over de kerst, relaties die een ieder gehad had en hoe moeilijk het is om met kerst te voelen, hoe eenzaam het gebruikersbestaan eigenlijk maakt. Want na de borrel ging iedereen wel weer de straat op, tot de nachtopvang open zou gaan om 21.00.

Deze borrels zijn altijd erg populair gebleven bij de doelgroep. In oktober vroegen sommige bezoekers al, of het er weer van ging komen. Toen de gebruiksruimte niet meer de vrijheid had om alcohol te schenken, want dat was op een bepaald moment verboden als er cliënten in een pand van de verslavingszorg aanwezig waren en ja hoor, die waren er bij de gebruiksruimte eigenlijk altijd wel… bleven bezoekers met weemoed denken aan die eerste jaren dat het allemaal wel mocht. Ze hadden zich op die momenten even een gewoon burger gevoeld. Iemand met een keuze. Wel of niet drinken? Iemand met een mening. Nee, ik hoef geen alcohol met al mijn andere middelen. Maar toch bedankt voor het aanbod. In de jaren dat we het aanboden, is het never ever uit de hand gelopen. Op geen enkele manier; ik was mega trots op mijn team en mijn bezoekers. Samen het feestje maken. Dat konden wij met zijn allen!

Nu is het bijna 2018 en zitten we helemaal in eigen kracht, eigen regie, eigen verantwoordelijkheid en eigen keuzes maken. Maar bij mijn weten zijn er ook nu nog heel weinig plekken waar een bezoeker, een cliënt, een deelnemer, gewoon lekker uitgenodigd wordt voor een echte borrel met hapjes en toestanden met kerst of oud en nieuw. En waar dat persoonlijk is. Omdat we het jaar weer samen gehad hebben en vieren dat we er nog zijn. Ja, ik weet een paar plekjes waar dat nog kan en die verraad ik niet. Want voor je het weet moet men daar ook weer inbinden omdat het blijkbaar niet kan. Gewoon even met elkaar zijn, biertje, wijntje, nootje erbij. Eigen keuze en een beetje begeleiding dat het allemaal gezellig blijft, de hele avond. 

Wij hadden het altijd superleuk op onze borrels waar nooit iemand dronken werd. En ja deze foto plaats ik gewoon. Omdat dat mag vanwege juist die geschiedenis. Het was een toptijd; we hebben van elkaar genoten. Happy 2018!

Kerstborrel Herebinnensingel 2004 (eigen foto)

Moment, ik ben in vergadering!

“Moment, ik ben in vergadering!” riep hij in zijn mobiele telefoon terwijl hij gehaast opstond en naar de gang liep. Ongeveer eens in de zes weken werd er aan het eind van de middag een bezoekersvergadering gehouden in de gebruiksruimte aan de Herebinnensingel 35; ik werkte daar van 2000 tot 2010. We vergaderden met onze bezoekers vanaf  de start van deze voorziening; de bedoeling was dat wij als team bij de les bleven door de bezoekers actief te vragen naar hun mening en ideeën. Daarnaast was het ook een goede gelegenheid voor ons om de bezoekers op de hoogte te houden van ontwikkelingen, zowel binnenshuis als buitenshuis en hen te spreken over zaken die goed of minder goed gingen.

Om het een beetje prettig te houden bestelden we altijd een lading Chinees eten; het was informeel en bovendien kreeg iedereen dan ook weer eens iets warms binnen. Voor ons was het een hele kunst om de te bespreken punten er door heen te jagen, zelf een bordje mee te eten, te notuleren, en liefst wat antwoorden te geven en besluiten te nemen. De spanningsboog was maar kort. Een half uurtje, dan was het wel weer gedaan en werd de vraag, of er na de officiële sluitingstijd van de Herebinnensingel nog even gebruikt mocht worden, weer actueel.

Tijdens zo’n vergadering, waar de gemoederen normaal gesproken wel eens hoog op liepen was iedereen wat stilletjes. De normale punten werden besproken; de sfeer in huis, wordt het pand nu wel of niet verbouwd en waar moeten wij dan heen; dealen in huis is niet toegestaan, en hou eens op met van elkaar te jatten en te schooien. Ik zat druk in mijn schriftje te schrijven want notulen zijn handig voor de volgende keer. Het was namelijk wel zo, dat je gaandeweg iedereen een beetje weg zag zakken. En nog een beetje meer. We hebben wel vergaderingen gehad waar iedereen, echt iedereen, na het eten even in een slaapje viel.  Je begon echt te twijfelen aan je vermogen om mensen blijvend te boeien. De volgende keer vroegen een aantal mensen zich dan verontwaardigd af, wanneer een bepaald besluit genomen was.

‘In de laatste bezoekersvergadering’ ‘Niet! Daar was ik en ik weet van niks!’ ‘Nee maar je sliep.’ ‘Oh. Maar ik wil dat punt wel weer op de agenda want ik ben het niet eens met het besluit.’

bron: persoonlijk archief. Werktelefoon klant.

Vandaar die notulen. Bewijsstukken waren het eigenlijk. Die  keer waren een aantal mensen er nog wel aardig bij; ze deden hun best om punten in te brengen. Maar ze waren niet fanatiek. De andere helft deed even de ogen dicht. Tot er een mobiele telefoon afging. De eigenaar, eigenlijk ook wat soezelig, schoot omhoog, en nam naar mijn idee zeer adequaat op met de woorden: “Moment, ik zit in vergadering!”  Waarna hij gehaast naar de gang liep om zijn gesprek daar voort te zetten.Hij had wel manager kunnen zijn. Ware het niet dat het waarschijnlijk de dealer was die belde.

Het was dezelfde man die mij via een briefje uit de bemoeizorg liet weten dat hij er even niet bij was en excuus voor de overlast.